Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
(i) 1 tot 23 maart 2021
lijst aantoonbare werkzaamheden maart 2021” met bijbehorende Whatsapp-berichten. Het hof oordeelt dat [appellant] onvoldoende heeft onderbouwd dat hij werkzaamheden op grond van de arbeidsovereenkomst heeft verricht. Het gaat hier over een hele korte periode van een week. [appellant] stelt dat hij op 26 maart 2021 naar huis is gestuurd door de dochter en dat hij toen ook naar huis is gegaan. Van de activiteiten die hij in de drie dagen daarvoor opgeeft is onvoldoende duidelijk of deze voortvloeien uit de zorg-/arbeidsovereenkomst of uit zijn vaderrol in het gezin. Het hof wijst dit deel van de vordering dus af.
lijst met aantoonbare werkzaamheden” overgelegd. Dat verhoudt zich niet met toepassing van genoemd wetsartikel. Op de zitting bij het hof heeft de advocaat van [appellant] de grief aldus ingekleurd dat de primaire grondslag van de vordering is dat [appellant] recht heeft op loon omdat hij heeft gewerkt en subsidiair dat hij recht heeft op loon op grond van artikel 7:628 BW.