Uitspraak
1.[appellant1]
2. [appellant2]
3. [appellante]
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de memorie van grieven met producties,
- de memorie van antwoord met producties,
- een akte overlegging producties van [appellant1] c.s.,
- een akte uitlating producties van [geïntimeerde] ,
- een H12 formulier met productie 4 van [geïntimeerde] ,
- een H12 formulier met productie 9 (met producties 1 tot en met 12d) van [appellant1] c.s.,
- het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 21 augustus 2024 is gehouden.
3.Het oordeel van het hof
Ten behoeve van het perceel kadastraal bekend alsvoren nummer2403, heersend erf(eigendom van verkoper) en ten laste van het bij deze akte verkochte perceel kadastraal bekend alsvoren nummer2404, dienend erf, de erfdienstbaarheid van weg, inhoudende de bevoegdheid om te komen van- en te gaan naar de openbare weg ( [adres] ) op de thans bestaande wijze. Dit deel van de weg zal te allen tijde vrij moeten blijven voor doorgang en niet gebruikt mogen worden voor bebouwing, stalling of als parkeerplaatsen. Deze weg zal door kopers worden en blijven met betonplaten.”
De inhoud van de erfdienstbaarheid en de wijze van uitoefening worden bepaald door de akte van vestiging en, voor zover in die akte regelen daaromtrent ontbreken, door de plaatselijke gewoonte. Is een erfdienstbaarheid te goeder trouw geruime tijd zonder tegenspraak op een bepaalde wijze uitgeoefend, dan is in geval van twijfel deze wijze van uitoefening beslissend.” Uit vaste jurisprudentie van de Hoge Raad blijkt verder dat het bij de beantwoording van de vraag wat de inhoud is van een bij notariële akte gevestigde (of voorbehouden) erfdienstbaarheid aankomt op de in de notariële akte tot uitdrukking gebrachte partijbedoeling, die moet worden afgeleid uit de in deze akte gebruikte bewoordingen, uit te leggen naar objectieve maatstaven in het licht van de gehele inhoud van de akte [1] .
op de ten tijde van vestiging bestaande wijze. Die bestaande wijze hield in toegang zonder aanwezigheid van poort of ander hekwerk, zoals hiervoor is vastgesteld. Het plaatsen van de poort en het gebruik daarvan door [appellant1] c.s. is daarmee in strijd. Bovendien zijn partijen expliciet overeengekomen in de akte van vestiging dat de weg te allen tijde vrij moet blijven voor doorgang. Deze vrije doorgang is in de akte niet beperkt tot het gebruik dat alleen [geïntimeerde] zelf van de weg dient te maken. Naar het voorlopig oordeel van het hof dient de erfdienstbaarheid zo uitgelegd te worden dat de vrije doorgang geldt voor iedereen die [geïntimeerde] wenst toe te laten tot haar perceel, dus ook bijvoorbeeld leveranciers en klanten/gasten van het bedrijf van [geïntimeerde] . De poort staat die vrije doorgang (die er te allen tijde dient te zijn) in de weg, omdat deze derden niet de beschikking hebben over een (digitale) sleutel en dus voor de poort, als deze gesloten is, zullen moeten wachten, in voorkomende gevallen op de openbare weg, totdat [geïntimeerde] de poort kan openen met haar digitale sleutel (door te bellen met haar mobiele telefoon). Ook als [geïntimeerde] een of enkele handzender(s) tot haar beschikking zal krijgen, zoals is aangeboden door [appellant1] c.s., zal dit niet anders zijn.
Ten behoeve van het perceel kadastraal bekend alsvoren nummer2403, heersend erf(eigendom van verkoper) en ten laste van het bij deze akte verkochte perceel kadastraal bekend alsvoren nummer2404, dienend erf, de erfdienstbaarheid inhoudende (..) een recht van waterlossing.”
De noordelijk van de manege gelegen sloot zal door kopers gedempt worden en voorzien worden van waterput en duikers naar de sloot langs de [adres]”. Dit was dus een verplichting van [appellant1] c.s.