Uitspraak
Qred,
[geïntimeerde],
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.De vaststaande feiten
4.Het oordeel van het hof
5.De beslissing
1 oktober 2024;
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft Qred AB, een kredietverstrekker gevestigd in Stockholm, Zweden, hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Nederland. De zaak betreft een kredietovereenkomst die is gesloten met een jongvolwassen kredietnemer, die handelt onder de naam van zijn eenmanszaak. Qred vordert terugbetaling van een geleend bedrag van € 2.000,-, met rente en kosten, na opzegging van de kredietovereenkomst vanwege betalingsachterstand. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen omdat Qred geen deugdelijke specificatie van het gevorderde bedrag heeft gegeven en er geen bewijs was van aanmaningen of ingebrekestellingen.
Het hof oordeelt dat er onvoldoende bewijs is dat de kredietovereenkomst een zakelijk karakter heeft. De kredietnemer is jong en er ontbreekt informatie over zijn eenmanszaak. Het hof benadrukt dat de rechter ambtshalve moet beoordelen of de overeenkomst onder de consumentenbeschermende bepalingen valt. Het hof beveelt Qred om nadere informatie en bewijsstukken te overleggen die relevant zijn voor de beoordeling van de zaak. De zaak wordt aangehouden in afwachting van deze informatie, en de beslissing over de vordering van Qred zal worden genomen na ontvangst van de gevraagde gegevens.