Uitspraak
1.[appellant]
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om een hoger beroep in een huurrechtelijke kwestie. De appellant, [appellant], en de geïntimeerde, [geïntimeerde], hebben een huurovereenkomst gesloten voor een woning met een kale huurprijs van € 1.150,- per maand. De huurovereenkomst eindigde op 31 maart 2022. De geïntimeerde heeft de huurcommissie verzocht om de redelijkheid van de huurprijs te toetsen, wat resulteerde in een vaststelling van de maximale kale huurprijs op € 635,76 per maand. De appellant heeft hiertegen verzet aangetekend, maar dit werd door de huurcommissie niet in behandeling genomen omdat het te laat was ingediend.
De kantonrechter heeft de vorderingen van de appellant in conventie afgewezen en in reconventie de kale huurprijs vastgesteld op € 635,76 per maand, met een veroordeling van de appellant tot betaling van onverschuldigd betaalde huur aan de geïntimeerde. De appellant heeft hoger beroep ingesteld, maar het hof oordeelt dat het hoger beroep niet slaagt. Het rechtsmiddelenverbod dat geldt voor de beslissingen van de kantonrechter in conventie kan niet worden doorbroken, en de bezwaren van de appellant tegen de huurprijsvaststelling worden niet inhoudelijk beoordeeld. Het hof bekrachtigt de beslissing van de kantonrechter in reconventie en wijst de appellant in de proceskosten.