Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[woonplaats](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst Kantoor Den Haag(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
3.Het geschil
4.Beoordeling van het geschil
“Hij [belanghebbende; toevoeging Hof] moet aannemelijk maken dat waarde in het economische verkeer lager is. Dat moet met een taxateur niet met berekening van hemzelf. In het arrest staat ook dat de belastingplichtige aannemelijk moet maken dat de waarde afwijkt. Ook in dat arrest lagen taxatierapporten.”Aan de andere kant moet aan de Inspecteur worden toegegeven dat een door een deskundige opgesteld taxatierapport wel een zeer gebruikelijke manier is om de WEV van een onroerende zaak aannemelijk te maken. Het Hof constateert dat de uitlatingen van de Inspecteur belanghebbende uiteindelijk niet ervan hebben weerhouden de door hem voorgestane WEV op een door hem gekozen wijze te onderbouwen en is van oordeel dat belanghebbende niet in zijn procespositie is geschaad. Hetgeen belanghebbende verder heeft aangevoerd, maakt naar het oordeel van het Hof niet dat belanghebbende recht heeft op een hogere schadevergoeding dan € 1.500. Nu (i) belanghebbende voorafgaand aan het arrest Hoge Raad 31 mei 2024, ECLI:NL:HR:2024:567, om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn voor berechting heeft verzocht, en (ii) de redelijke termijn voor de desbetreffende fase van de procedure (bezwaar en beroep en hoger beroep tezamen) op 31 mei 2024 is overschreden, zal het Hof eveneens bepalen dat de Inspecteur het door belanghebbende in de beroeps- en hogerberoepsfase betaalde griffierecht dient te vergoeden.
5.Proceskosten
6.Beslissing
- bevestigt de uitspraak van de Rechtbank,
- veroordeelt de Inspecteur in de door belanghebbende geleden immateriële schade tot een bedrag van € 375,
- veroordeelt de Minister van Justitie en Veiligheid in de door belanghebbende geleden schade tot een bedrag van € 1.125,
- gelast dat de Inspecteur aan belanghebbende de helft van het betaalde griffierecht vergoedt, te weten € 24 in verband met het beroep bij de Rechtbank en € 68 in verband met het hoger beroep bij het Hof,
- gelast dat de Inspecteur aan belanghebbende de helft van het betaalde griffierecht vergoedt, te weten € 24 in verband met het beroep bij de Rechtbank en € 68 in verband met het hoger beroep bij het Hof,
- wijst het verzoek om schadevergoeding voor het meerdere af.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raadwww.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).