Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.De feiten
Op 22 september 2016 heeft overleg plaatsgevonden waarbij aanwezig waren:
[geïntimeerde] , in zijn hoedanigheid van bestuurder en lid van Bewindvoeringskantoor Velp UA (hierna: BK);
Uzelf, als advocaat van [geïntimeerde] ;
[naam3] , in hoedanigheid van bestuurder van Fiscale en Financiële Advocatuur Velp BV ( [naam5] , hierna: [naam5] ) op haar beurt bestuurder en lid van BK);
Ondergetekende, [naam4] , in hoedanigheid van bestuurder van [naam5] op haar beurt bestuurder en lid van BK.
1. Alle inkomsten betrekking hebbend op zowel de Gelderse dossiers als de Bossche dossiers en die zijn toe te rekenen aan de periode tot en met juni 2016 komen toe aan BK[de coöperatie, toevoeging hof]
;
Met cliënt besprak ik hedenmiddag de voortgang in bovengenoemd dossier. Bij mij op kantoor heeft hij de bewuste jaarrekeningen ondertekend, waarvan u bijgaand 3 exemplaren aantreft. Eén exemplaar heeft cliënt behouden. Op de laatste pagina van de jaarrekening heeft cliënt nog een opmerking geschreven omdat het daarin genoemde bedrag ons inziens niet juist is. Het gaat daarbij om de bedragen die als ledendividend worden uitgekeerd. Wellicht kan uw accountant de laatste pagina van de jaarrekening nog aanpassen.
De diverse e-mailberichten en (quasi)besluiten die jullie over en weer afstemmen en uitwisselen in een poging te komen tot ontzetting van FFA uit het lidmaatschap van de coöperatie en vervolgens tot toelating van Duin en Daal Beheer ontberen rechtsgevolg. Dat zien jullie zelf ook wel in, FFA is nog steeds lid en bestuurder van de coöperatie”.
als opstapje ter beëindiging van hun geschillen”, hetgeen is vastgelegd in het proces-verbaal van die mondelinge behandeling:
1) partijen [naam4] , [naam3] en [geïntimeerde] zullen overgaan tot ontbinding en vereffening van de coöperatie Bewindvoeringskantoor Velp U.A. volgens het geldende Protocol overdracht Wsnp-zaken van de Raad voor Rechtsbijstand op 1 juni 2016 (de uittreding van [geïntimeerde] als WSNP-bewindvoerder);
partijen wijzen als vereffenaar aan een accountant van het kantoor De Jong & Laan aan;
de vereffenaar zal (enkel) een cijfermatige/rekenkundige vereffening uitvoeren (juridisch-inhoudelijke kwesties zullen er buiten gelaten word
de kosten voor de vereffening / de accountant zullen ten laste van de coöperatie Bewindvoeringskantoor Velp U.A. komen”.
4.De vorderingen bij – en de beslissing van de rechtbank
- [geïntimeerde] is jegens de coöperatie en FFA als lid van de coöperatie tekortgeschoten door de rechtbank grond te geven om te besluiten hem niet meer als bewindvoerder te benoemen en de lopende benoemingen te beëindigen en hij is daarom schadeplichtig jegens FFA als medelid;
- [geïntimeerde] is gebonden aan een vaststellingsovereenkomst zoals die blijkt uit een brief van 2 november 2016 over verdeling van bewindvoeringsdossiers en de opbrengsten daaruit;
- [geïntimeerde] is aan de opvolgende bewindvoerder dan wel haar werkgever [naam1] € 16.363 verschuldigd;
- Er is geen sprake van overdracht door FFA vanuit het vermogen van de coöperatie van enig actief aan [naam1] op grond waarvan de coöperatie zou zijn benadeeld;
- De onderneming van de coöperatie is gestaakt door een daartoe strekkend besluit van [geïntimeerde] en FFA.
- veroordeling van [geïntimeerde] om te verschijnen op een bestuurs- en ledenvergadering van de coöperatie en in te stemmen met de ontbinding van de coöperatie en vereffening op in een het petitum genoemde manier;
- verklaring voor recht dat [geïntimeerde] ten titel van schadevergoeding aan haar € 500 is verschuldigd voor een boete voor een te late aangifte vennootschapsbelasting 2016;
- veroordeling van [geïntimeerde] tot betaling aan haar van € 9.427,12, althans € 7.791,01, te vermeerderen met rente en kosten.
5.Het oordeel van het hof
- De bijeenkomst op 22 september 2016 kwalificeerde als een bestuurs- en ledenvergadering van de coöperatie waarin is besloten tot ontbinding en vereffening van de coöperatie; althans
- [geïntimeerde] heeft zich als bestuurder en lid van de coöperatie gebonden tot uitvoering van deze afspraken; en
- [geïntimeerde] is jegens de coöperatie en FFA als lid van de coöperatie tekortgeschoten door de rechtbank grond te geven om te besluiten hem niet meer als bewindvoerder te benoemen en de lopende benoemingen te beëindigen en hij is daarom schadeplichtig jegens FFA als medelid; en
- [geïntimeerde] is gebonden aan de vaststellingsovereenkomst die op 22 september 2016 mondeling tot stand is gekomen met de inhoud weergegeven in de brief van mr. [naam4] aan mr. Vermeer van 2 november 2016; en
- [geïntimeerde] is aan de opvolgende bewindvoerder ( [naam8] ) dan wel haar werkgever [naam1] € 16.363 verschuldigd; en
- er is geen sprake van overdracht door FFA vanuit het vermogen van de coöperatie van enig actief aan [naam1] op grond waarvan de coöperatie zou zijn benadeeld.
In dit hoger beroep speelt de Coöperatie geen rol meer, omdat FFA heeft besloten om de vorderingen die eerder namens de Coöperatie zijn ingesteld intern binnen de Coöperatie aan de orde te stellen”.
Voor zover uw Hof zou menen dat de petita van belang zijn voor de Coöperatie als rechtspersoon, kan zij op de voet van art. 118 Rv in dit geding worden geroepen”.
door Gelderse dossiers aan de Bossche dossiers moet worden vergoed”. Uit dit bericht volgt dat partijen volgens [geïntimeerde] nog niet tot algehele overeenstemming waren gekomen. Er is niet gebleken dat FFA hierop heeft gereageerd dat zij wel uitging van integrale overeenstemming. Onduidelijk is wat er na dit bericht van [geïntimeerde] is gebeurd. Partijen zijn niet tot uitvoering overgegaan. FFA heeft onvoldoende concrete feiten gesteld waaruit het bestaan van deze door haar gestelde overeenkomst kan worden afgeleid en heeft ook geen ter zake dienend bewijsaanbod gedaan. Aan bewijslevering wordt daarom niet toegekomen.
dat [geïntimeerde] jegens de coöperatie en FFA als lid daarvan ernstig tekort geschoten is door zijn tekortkomingen in het functioneren als bewindvoerder de rechtbank grond te geven tot eerst het besluit geen nieuwe benoemingen te verstrekken en vervolgens lopende benoeming te beëindigen en ter zake schadeplichtig is jegens FFA als medelid”.
dat geen sprake is van enige overdracht door FFA vanuit het vermogen van de Coöperatie van enig actief aan [naam1] N.V. op grond waarvan de Coöperatie benadeeld zou zijn, in het bijzonder niet doordat mr. [naam4] in april 2016 aan de rechtbank namens [het advocatenkantoor] N.V. aanbood mevrouw [naam8] in dienst te nemen en haar voor te dragen voor benoeming in de WSNP-dossiers waaruit [geïntimeerde] was ontslagen”.