In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 april 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende, een B.V., tegen een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen (BPM) van € 2.271. De naheffingsaanslag was opgelegd door de Inspecteur van de Belastingdienst, na een bezwaar dat door de Inspecteur ongegrond was verklaard. De rechtbank Gelderland had het beroep van belanghebbende tegen deze beslissing ook ongegrond verklaard. Belanghebbende had een melding BPM gedaan voor een gebruikte Porsche Macan, waarbij zij een taxatierapport had overgelegd dat gebruiksschade vermeldde. De Inspecteur had echter vastgesteld dat de taxatie niet voldeed aan de wettelijke vereisten en had de naheffingsaanslag opgelegd op basis van een andere koerslijst. Tijdens de zitting op 27 maart 2024 is de gemachtigde van belanghebbende gehoord, evenals vertegenwoordigers van de Inspecteur. Het Hof oordeelde dat belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat de taxatie correct was en dat de handelsinkoopwaarde moest worden vastgesteld aan de hand van de koerslijst van AutotelexPro. Het Hof heeft de naheffingsaanslag verminderd tot € 1.899 en de Inspecteur veroordeeld tot vergoeding van proceskosten en griffierechten.