Uitspraak
PhD,
Daw Trans,
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.De feiten
- If the goods are medical gloves
- Package according to the scans
- We expect full 30 europallets. Approx 1.80m
- In total 25.000 boxes of 100 gloves (in 2.500 cases of 10 boxes), across 3 sizes:
That doesnt make sence. Abook got paid by [de bestuurder van Cosmati] . [de bestuurder van Cosmati] could have loaded the stock.
the driver was not present at loading’,
‘the carrier does not take responsibility for compliance of the commodity with the documents’en:
‘the carrier does not take responsibility for actual content of packaging’.
We have sold to Admax along with all this XS also Glovtec black nitrile gloves size L and XL -they were loaded on the same truck - he all products from attached specification were loaded on one truck. It was 30 pallets , Admax confirmed the receipt of goods from us.
4.Het oordeel van het hof
the apparent condition of the goods and their packaging’ en ‘
the number of packages, their marks and numbers’.Deze moeten corresponderen met de verklaringen in de vrachtbrief. ‘Marks’ ziet op ‘merktekens’ en niet op ‘merknamen’. Dat de vervoerder deze beperkte controleverplichting van artikel 8 CMR heeft geschonden bij inontvangstneming is onvoldoende gemotiveerd gesteld. Zo is niet gesteld welke uiterlijke staat van de lading, dan wel welke merktekens en/of nummers van de colli’s door de vervoerder niet zijn gecontroleerd in samenhang met wat in de vrachtbrief wordt vermeld. De CMR vrachtbrief vermeldt dat het gaat om 10.000 ‘OP ROZ’ M, 10.000 ‘OP ROZ’ L en 5.000 ‘OP ROZ’ XL. Daarnaast wordt ‘Glovtec’ vermeld, en het aantal pallets van 30 en staan er voor ‘Glovtec’ nog enkele woorden in kennelijk de Poolse taal die door PhD niet zijn vertaald en die het hof daarom buiten beschouwing laat. Naar het hof uit de stellingen van PhD begrijpt, bestond de partij die volgens haar aan de vervoerder is meegegeven uit 25.000 (kleine) dozen met elk 100 stuks handschoenen en waren die kleine dozen op hun beurt weer verpakt in grotere dozen, die op pallets stonden (zie inleidende dagvaarding onder 2.1.2, de e-mail genoemd in rechtsoverweging 3.5 en de foto die als productie 31 is overgelegd). Voor zover de controleplicht van de vervoerder inzake het aantal colli in dit geval al niet beperkt was tot het aantal pallets (mede gezien de stelling van Daw Trans dat de pallets met folie waren omwikkeld), gaat die plicht dan hooguit om het aantal dozen op de pallets. Maar daarover vermeldt de vrachtbrief niets. PhD heeft ook niet gesteld hoeveel dit er waren. Bovendien betreft het verwijt niet zozeer het aantal colli, maar de inhoud en samenstelling van de goederen in de colli. Als gezegd heeft de vervoerder op dat punt geen controleverplichting. Op de vrachtbrief die PhD heeft ondertekend staat wel als verzegelingsnummer vermeld S3111442. Daarmee is de vracht ook aangekomen. Dat eerder op een vrachtbrief als verzegelingsnummer S3111441 vermeld is geweest, is niet gesteld en kan ook niet worden afgelezen van de foto van de vrachtbrief die op 31 juli 2020 aan PhD is toegezonden (zie rechtsoverweging 3.8). Aanvankelijk is sprake geweest van 30 pallets, zoals op de vrachtbrief was vermeld. Na het gedeeltelijk lossen en laden in Brześć Kujawski waren dat nog 28. Op verzoek van de vervoerder is dat vervolgens door Cosmati op de vrachtbrief aangetekend. Aan de CMR vrachtbrief komt derhalve niet het bewijsvermoeden toe dat 10.000 dozen met 100 stuks handschoenen in de maat medium, 10.000 dozen in de maat large en 5.000 dozen in de maat extra large, alle van het merk Glovtec, in goede en complete staat voor vervoer in ontvangst zijn genomen, wel dat er 28 pallets voor vervoer zijn aangeboden.
geloofwaardig’ heeft aangemerkt, is in deze procedure ook onduidelijk gebleven. Tijdens de mondelinge behandeling bij het hof heeft PhD erkend dat zij onjuiste informatie van [de vertrouwenspersoon] heeft verkregen. De videobeelden die door [de vertrouwenspersoon] (of een ander) in een Whatsappgroep zijn gestuurd en waarop te zien zou zijn dat de juiste goederen in een vrachtwagen van Daw Trans worden ingeladen, zijn niet in het geding gebracht. PhD heeft tijdens de mondelinge behandeling bij het hof verklaard, dat deze ook niet meer zijn te downloaden. Het hof gaat daarom aan deze videobeelden als niet verifieerbaar voorbij.
‘hierdoor veroorzaakte schade.’ Welke schade PhD heeft geleden doordat de vervoerder niet overlegging van het eerste exemplaar van de vrachtbrief zou hebben geëist - wat daar ook verder van zij - heeft zij onvoldoende uitgewerkt tegen de volgende achtergrond. Tijdens de mondelinge behandeling bij het hof heeft PhD uitvoerig toegelicht dat zij op 30 juli 2020 op basis van en na een conference call met [de intermediair] en [de vertrouwenspersoon] , 90% van de koopprijs aan Cosmati heeft overgemaakt. De afspraak was toen dat [de bestuurder van Cosmati] het vervoer zou regelen. PhD heeft met andere woorden al 90 % van de koopprijs betaald voordat zij enig bewijs van het bestaan van een vrachtbrief had ontvangen. Dit blijkt ook uit de Whatsapp van [de intermediair] op 30 juli 2020, nadat was bevestigd dat de betaling binnen was. Zij schrijft dan aan PhD ‘
Stock was loaded. We going to get CMR copy shortly’(zie 3.6). Verder heeft PhD tijdens de mondeling behandeling bij het hof toegelicht dat zij op 4 augustus 2021, toen de zending aankwam, ontdekte dat de nummering van de verzegeling van de vrachtwagen en de vrachtbrief (vergelijk 3.10-3.12), niet overeenkwamen met de informatie die zij eerder van Cosmati doorgegeven had gekregen (vergelijk 3.8). Ondanks dat - in de woorden van [de bestuurder van PhD] tijdens de mondelinge behandeling - ‘
de alarmbellen toen afgingen’, besloot PhD niettemin de laatste 10 % van de koopsom te betalen en de lading te lossen. [de bestuurder van PhD] verklaart hierover
‘Uiteindelijk hebben we ervoor gekozen de zending te lossen. Alles wat in de vrachtauto zat is namelijk al meer waar je je op kunt verhalen, dan wanneer je de vrachtauto weer zou wegsturen. We wilden niet met lege handen achterblijven. We hadden al een vervelend onderbuikgevoel, maar nu hadden we in ieder geval enige goederen in handen. Ik heb de laatste 10% van de koopsom betaald, omdat ik het gevoel had geen andere keuze te hebben.’Dat dit anders zou zijn gelopen indien Daw Trans het eerste exemplaar van de vrachtbrief zou hebben geëist in de zin van artikel 12 lid 7 CMR is door PhD niet nader gesteld en onderbouwd, zodat ervan moet worden uitgegaan dat een dergelijke opeising niet zou hebben toe- of afgedaan aan het verdere feitencomplex. Het voorgaande geldt ook voor zover PhD betoogt dat op de overgelegde kopie van de CMR vrachtbrief ten onrechte geen wijziging is aangetekend, anders dan die van 30 pallets naar 28 pallets. Het beroep op artikel 12 lid 7 CMR faalt.