2.2.In het beroepschrift in eerste aanleg heeft belanghebbende aangevoerd dat de heffingsambtenaar de beschikte waarde te hoog heeft vastgesteld, dat de heffingsambtenaar ten onrechte heeft verzuimd de KOUDV- en liggingsfactoren en grondstaffel te overleggen en dat de referentieobjecten goed vergelijkbaar zijn, doch onduidelijk is hoe met bepaalde verschillen rekening is gehouden. Ten aanzien van de door de heffingsambtenaar gehanteerde vergelijkingsobjecten schrijft belanghebbende het volgende:
‘3. Het door verweerder en door [naam3] in het taxatierapport aangedragen referentiepand [adres2] 8 te [woonplaats] , verkocht voor € 320.000, is bruikbaar voor de onderbouwing. Echter zijn de volgende zaken opvallend te noemen:
- verweerder noemt in haar uitspraak de onderdelen van dit pand niet. Dit pand heeft een garage, een carport en een inpandige berging;
- verweerder maakt in haar uitspraak op bezwaar duidelijk dat dit pand na aankoop is gemoderniseerd. Het onderhavige object is recent niet gemoderniseerd;
- dit pand heeft 114 m3 meer inhoud dan het onderhavige object en het perceel is 558 m2 groter dan het perceel van het onderhavige object.
4. Het door verweerder aangedragen referentiepand [adres1] 26 te [woonplaats] , verkocht voor € 380,000, is bruikbaar voor de onderbouwing. Echter zijn de volgende zaken opvallend te noemen;
- verweerder maakt in haar uitspraak op bezwaar of op het taxatieverslag niet duidelijk in welke staat dit pand verkeert of wat het voorzieningenniveau is van dit pand. Dit pand is goed onderhouden en de voorzieningen zijn netjes;
- dit pand heeft 114 m3 meer inhoud dan het onderhavige object;
- dit pand heeft een grote schuur, waarvan de begane grond voor twee derde in gebruik is als schuur, een derde is in gebruik als kantoor. Er is tevens een tuinkamer met een vaste trap naar de verdieping waarvan de verdieping voorzien is van laminaat.
5. Het door verweerder en door [naam3] in het taxatierapport aangedragen referentiepand [adres3] 32 te [woonplaats] , verkocht voor € 310.000, is bruikbaar voor de onderbouwing. Echter zijn de volgende zaken opvallend te noemen:
- verweerder maakt in haar uitspraak op bezwaar niet duidelijk in welke staat dit pand verkeert of wat het voorzieningenniveau is van dit pand. Dit pand is goed onderhouden en de voorzieningen zijn netjes;
- verweerder noemt in haar uitspraak de onderdelen van dit pand niet. Zo heeft dit pand een garage, een dakkapel, een erker, een overkapping en een schuur. Het onderhavige object heeft geen dakkapel en ook geen erker;
- dit pand heeft een betere ligging, namelijk aan een rustige weg en niet aan een treinspoor of drukke weg;
- dit pand heeft 54 m3 meer inhoud dan het onderhavige object;
- dit pand heeft een zeer fraai aangelegde tuin.’