Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- het tegen [geïntimeerde] verleende verstek
- de memorie van grieven.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft Wittebrug Autoverhuur B.V. hoger beroep ingesteld tegen een verstekvonnis van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, dat op 3 mei 2023 is uitgesproken. De kantonrechter had de vorderingen van Wittebrug, die betrekking hadden op achterstallige huur, verkeersboetes en eigen risico voor een gehuurde auto, afgewezen. Wittebrug vorderde betaling van een bedrag aan achterstallige huur en bijkomende kosten voor de periode van september 2022 tot 7 november 2022, maar de kantonrechter oordeelde dat de vorderingen onvoldoende onderbouwd waren en veroordeelde Wittebrug in de proceskosten.
In hoger beroep heeft Wittebrug betoogd dat de huurovereenkomst stilzwijgend is verlengd, omdat de huurder de auto na de einddatum van de huurtermijn in zijn bezit heeft gehouden. Het hof heeft de vorderingen van Wittebrug grotendeels toegewezen, waarbij het hof oordeelde dat de kantonrechter de vorderingen ten onrechte had afgewezen. Het hof heeft vastgesteld dat de vorderingen niet onrechtmatig of ongegrond zijn en heeft ook de gevorderde buitengerechtelijke kosten toegewezen.
Het hof heeft het verstekvonnis van de kantonrechter vernietigd, met uitzondering van de beslissing over de proceskosten, en heeft [geïntimeerde] veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 4.187,71 aan Wittebrug, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast zijn de proceskosten van Wittebrug toegewezen, inclusief griffierecht en kosten voor betekening. De veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hof heeft afgewezen wat verder is gevorderd.