Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
Op basis van de recente nationaal en internationaal gepubliceerde ervaringen met Metaal-op-Metaal (MoM)-prothesen, waarin steeds vaker complicaties worden gemeld, meent de NOV dat aanscherping van het advies noodzakelijk is. Hoewel de ervaringen per prothese kunnen verschillen, zijn er zorgen ten aanzien van de verhoogde concentraties van metalen in het bloed en de lokale reacties op metaalpartikels in het heupgebied rondom de prothese. Dit lijkt een generiek probleem voor alle MoM-prothesen met grote koppen.De NOV adviseert, uit het oogpunt van patiëntveiligheid toepassing van alle MoM-prothesen met grote koppen (> 36 mm) op te schorten totdat veiligheid en lange termijn werkzaamheid onomstotelijk is aangetoond; evenzo geldt het advies voor resurfacing prothesen.
The EFORT Executive Board recommends that the national societies support initiatives for a “Time-out”, avoiding using all types of large-head metal-on-metal stemmed total hip arthroplasties until final proof is made of their safety and innocuity and of their future place in joint replacement.
Zorg die ‘pleegt te worden geboden’ betreft – kort gesteld – zorg die de beroepsgroep van de in de regelgeving genoemde zorgverlener rekent tot het aanvaarde arsenaal van zorg en die geleverd wordt op een wijze die de betreffende beroepsgroep als professioneel juist beschouwt. In de regel kan aan de hand van de richtlijnen en de standaarden van de beroepsgroep worden vastgesteld of sprake is van zorg die de beroepsgroep ‘pleegt te bieden’. Het plaatsen van een heupprothese is zorg zoals medisch specialisten die plegen te bieden. Inmiddels wordt een MoM-prothese echter bijna niet meer gebruikt in Nederland. De NOV-richtlijn ‘Totale heupprothese (THP) van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging (NOV) is in 2019 herzien. Hierin wordt het eerdere advies van de NOV t.a.v. de toepassing van MoM-heupprothesen (…) gevolgd: in de module ‘Operatietechnische aspecten bij THP’, in de submodule ‘Type lagering’ wordt aangegeven dat er een sterk advies is tegen het gebruik van MoM-heupprothesen. Daarom worden in de richtlijn geen studies geïncludeerd die gaan over MoM-prothesen. Sinds het uitbrengen van het advies in 2012 worden de MoM RHA en THA (…) nagenoeg niet meer toegepast in Nederland. Omdat RHA met een MoM-prothese mogelijk nog wel in het buitenland wordt toegepast, kan niet geconcludeerd worden dat er geen sprake is van zorg zoals medisch specialisten plegen te bieden. (…)
Los van het feit [dat] de geïncludeerde patiëntenpopulatie niet van toepassing [is] op de situatie van verzoeker, betreft het aangedragen onderzoek geen gerandomiseerd vergelijkend onderzoek tussen MoM en niet-MoM-heupprothesen. Daarnaast betreft het een geselecteerde patiëntenpopulatie uit een aantal zogenoemde high volume centra. Het is hierdoor geen artikel dat voor ons aanleiding vormt om onze conclusie dat de MoM-prothese niet voldoet aan de stand van wetenschap en praktijk, te wijzigen. Bovendien heeft het artikel ook geen aanleiding gegeven voor de beroepsgroep in Nederland om hun standpunt t.a.v. MoM- prothesen te wijzigen.