Uitspraak
en die bij de rechtbank optrad als verweerster en verzoekster in het tegenverzoek
1.1. Het verloop van de procedure bij de kantonrechter
2.Het verloop van de procedure bij het hof
- het beroepschrift met producties ingekomen bij het hof op 4 december 2023
- het verweerschrift in het incidenteel hoger beroep
3.3. De kern van het geschil en de beslissing van het hof
a) een billijke vergoeding van € 68.177,80 bruto, als alternatief van een herstel van de arbeidsovereenkomst, te voldoen binnen twee dagen na deze beschikking;
b) een transitievergoeding van € 19.790,49 bruto, te voldoen binnen twee dagen na deze beschikking;
c) een gefixeerde schadevergoeding van € 12.377,96 bruto, te voldoen binnen twee dagen na deze beschikking;
d) betaling van de onterecht ingehouden schadevergoeding aan de bedrijfsauto en de naheffingsaanslagen parkeerbelasting van in totaal € 1.632,10;
e) afgifte door Van Keulen van deugdelijke loonspecificaties van de hiervoor verzochte bedragen, binnen twee dagen na deze beschikking, op straffe van een dwangsom;
f) de wettelijke rente en de wettelijke verhoging over de onder a) tot en met d) verzochte betalingen en
g) veroordeling van Van Keulen in de proceskosten in beide instanties, vermeerderd met rente.
4.De feiten
“Hierbij bevestigen wij u dat wij tijdens ons gesprek vandaag hebben aangekondigd u op staande voet te zullen ontslaan. (…)Beschadiging/vernieling bedrijfsauto(…) Bij de controle van de bedrijfsauto hebben wij geconstateerd dat er een groot gat is gezaagd in het dashboard van de auto. Dit bestempelen wij als vernieling dan wel beschadiging van de bedrijfsauto die u gebruikt voor uw werkzaamheden voor Van Keulen en dit is voor ons volstrekt onacceptabel.Eerdere feedback op functioneren en officiële waarschuwingVerder heeft Van Keulen u eerder aangesproken op uw houding, gedrag en uitvoering van de werkzaamheden. Zonder te pretenderen volledig te zijn met onderstaande opsomming, gaat het om het volgende.- Uw negatieve houding en negatieve uitlatingen op de werkvloerUw gebrek aan inzet tijdens de werkzaamhedenKlachten van collega’s en projectleiders- Geboekte uren (zie Dyfos) die niet overeenkomen met de werkelijk gewerkte uren.Het voorgaande is met u besproken op 7 april 2023 in het bijzijn van de heer [naam1] en [naam2] .- Ongeoorloofd verzuim, voor welk verzuim uw op 8 juli 2022 een officiele waarhschuwing heeft ontvangen- U heeft begin april 2023 een werkopdracht geweigerd omdat u in Dynfos zag staan dat u deze opdracht zou moeten uitvoeren met uw collega’s (…). Per app heeft u deze weigering onderbouwd met de woroden ‘Die kan ik niet meer zien’. Pas nadat u door Van Keulen bent gesommeerd de werkzaamheden uit te voeren zoals gepland in Dyfos, heeft u de werkopdracht alsnog uitgevoerd.Tijdens het gesprek vandaag hebben wij u geconfronteerd met zowel de beschadiging en vernieling van de bedrijfsauto, als de eerdere feedback op uw functioneren en de officiele waarschuwing. In het gesprek heeft u in het kader van hoor en wederhoor de gelegenheid gehad om u te verweren tegen onze bevindingen. Uw verklaring maakt niet dat Van Keulen alle incidenten in een ander daglicht is gaan zien.
5.De motivering van de beslissing van het hof
ernstigverwijtbaar. De transitievergoeding zal, overeenkomstig het verzoek, worden toegewezen.
geen wettelijke verhoging, wel wettelijke rente verschuldigd5.17. [appellant] heeft verzocht om zowel de wettelijke verhoging als de wettelijke rente toe te wijzen over de verzochte gefixeerde schadevergoeding, de transitievergoeding en de billijke vergoeding. Omdat deze vergoedingen geen loon zijn als bedoeld in artikel 7:625 BW is de verzochte wettelijke verhoging over deze vergoedingen niet toewijsbaar. De wettelijke rente zal worden toegewezen zoals verzocht, te weten vanaf het moment van opeisbaarheid. Dit betekent dat Van Keulen over de gefixeerde schadevergoeding wettelijke rente is verschuldigd vanaf de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd, te weten 10 juli 2023, en over de transitievergoeding vanaf een maand nadien, aldus vanaf 11 augustus 2023 (artikel 7:686a lid 1 BW). Wat betreft de billijke vergoeding is de wettelijke rente daarover verschuldigd vanaf de dag van deze beschikking. De door [appellant] gevraagde termijn van betaling binnen twee dagen na deze beschikking acht het hof te kort. Deze termijn wordt bepaald op zeven dagen na deze beschikking.
Wat betreft de naheffingsaanslagen parkeerbelasting is [appellant] op grond van artikel 7:611 BW gehouden die aanslagen te betalen. [2] [appellant] heeft ook niet weersproken dat het bij Van Keulen bestendig gebruik is dat boetes van werknemers worden verrekend met salaris of door tijd voor tijd af te boeken en dit ook bij [appellant] vaker is gedaan. Het hoger beroep treft in zoverre geen doel en de beslissingen van de kantonrechter onder 6.3 en 6.4 van de bestreden beschikking blijven in stand.
6.De beslissing
€ 12.377,96 bruto, te voldoen binnen zeven dagen na deze beschikking vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 juli 2023 tot de dag van algehele voldoening;