2.17De Inspecteur heeft op 31 maart 2015 een boekenonderzoek ingesteld waarvan de uitkomsten in een rapport van 2 februari 2018 (hierna: het rapport) zijn vastgelegd. Daarin wordt onder meer het volgende vermeld:
“
Vergoeding ligboxenstal
De onderneming [naam11] heeft een ligboxenstal gerealiseerd op grond van [naam8] GbR, welke werd verpacht aan de GbR. In de aangifte IB/PVV 2012 wordt deze ligboxenstal met € 560.390 afgewaardeerd naar nihil. De gestelde bedrijfswaarde ultimo het boekjaar 2011/2012 d.w.z. 30 april 2012 van de ligboxenstal is dus nihil volgens de aangifte IB/PVV 2012.
Tijdens het onderzoek heb ik een verkoopovereenkomst gekregen van o.a. de verkoop van de grond, waarop de ligboxenstal is gerealiseerd. De ligboxenstal is niet afzonderlijk opgenomen in deze overeenkomst. Op zich is dit bijzonder omdat verwacht mag worden dat de heer [belanghebbende] een vergoeding krijgt voor de ligboxenstal en dat daar afspraken over gemaakt zijn.
Opmerkelijk was verder dat deze vergoeding niet rechtstreeks uit de administratie blijkt of uit een door de heer [belanghebbende] en [naam8] GbR opgemaakte afrekening bij beëindiging van de onderneming met een bedrag dat als vergoeding geldt voor de ligboxenstal.
Uiteindelijk verklaarde [belanghebbende] in een gesprek dat hij inderdaad een vergoeding had ontvangen voor de verkochte ligboxenstal. Deze zou niet in de aangifte IB/PVV 2012 verwerkt zijn, maar in de aangifte IB/PVV 2013. Bij het bestuderen van de aangifte IB/PVV 2013 bleek daar geen vergoeding te zijn aangegeven als opbrengst voor [naam11] .
Omdat het bedrag van de vergoeding van de ligboxenstal niet is vermeld en is genoemd is dit afgeleid uit de aanwezige administratie.
Op basis van de ontvangen administratie van het boekjaar 2012/2013 en bankmutaties na 30 april 2013 van de Duitse ondernemingen uit het strafrechtelijk onderzoek worden de volgende ontvangsten dan wel aflossingen van de leningen van [naam11] gerekend tot de vergoeding voor de ligboxenstal:
- Volgens de administratie ontvangt de heer [belanghebbende] op de grootboekrekening " [nummer1] " op 18 mei 2012 € 40.000 met de omschrijving " [naam15] ". Deze grootboekrekening betreft de heer [belanghebbende] zijn rekening-courant bij de [de bank1] AG met bankrekeningnummer [nummer2 ] . Via een memoriaalboeking wordt dit ontvangen bedrag als vergoeding verantwoord buiten [naam11] en daarmee indirect als een privé storting door de heer [belanghebbende] in [naam11] . Deze € 40.000 komt ter beschikking van [naam11] en wordt gerekend als vergoeding voor de ligboxenstal.
- [naam7] GbR ontvangt op 4 juni 2012 op haar bankrekening [de bank1] AG met bankrekeningnummer [nummer3] € 325.000 met de omschrijving in de administratie " [naam16] ". Dit geld wordt op 4 juni 2012 deels aangewend voor de aflossing van de lening van [naam11] bij de [de bank1] AG met het nummer [nummer4] ad. € 190.191,11.
Via een memoriaalboeking wordt dit ontvangen bedrag als vergoeding verantwoord buiten [naam11] en daarmee indirect als een privé storting door de heer [belanghebbende] in [naam11] . Deze € 190.191,11 komt ter beschikking van [naam11] en wordt gerekend als vergoeding voor de ligboxenstal
- De heer [belanghebbende] ontvangt op 17 april 2013 op de rekening-courant bij de [de bank1] AG met bankrekeningnummer [nummer2 ] € 15.500 van [naam7] GbR. Via een memoriaalboeking wordt dit ontvangen bedrag als een privé storting door de heer [belanghebbende] verantwoord in [naam11] . Deze € 15.500 komt ter beschikking van [naam11] en wordt gerekend als vergoeding voor de ligboxenstal.
- [naam7] GbR ontvangt op 8 en 10 april 2013 € 150.000 resp. € 416.000 van de heer [naam13] en mevrouw [naam14] i.v.m. de verkoop van de gehele onderneming conform de Urkundenrolle d.d. 25 oktober 2012 op haar bankrekening [de bank1] AG met bankrekeningnummer [nummer5] . Dit geld wordt op 12 april 2013 deels aangewend voor de aflossing van de lening van [naam11] bij de [de bank1] AG met het nummer [nummer6] ad. € 147.061,94.
Via een memoriaalboeking wordt dit ontvangen bedrag als vergoeding verantwoord buiten [naam11] en daarmee indirect als een privé storting door de heer [belanghebbende] in [naam11] . Deze € 147.061,94 komt ter beschikking van [naam11] en wordt gerekend als vergoeding voor de ligboxenstal.
Bovenstaande bedragen ad. € 40.000 (ontvangen 2012), € 190.191 (ontvangen 2012), € 15.500 (ontvangen 2013) en € 147.062 (ontvangen 2013), in totaal € 392.753 worden gerekend als vergoeding voor de ligboxenstal in het verlengde boekjaar 2012. (….)
Op basis van bovenstaande heeft de heer [belanghebbende] ten onrechte (deels) de afwaardering ad € 560.390 aangegeven in de aangifte IB/PVV 2012. De natrekking heeft plaatsgevonden in het door staking verlengde boekjaar 2012. Ook heeft de heer [belanghebbende] niet conform zijn verklaring de vergoeding voor de ligboxenstal aangegeven in de aangifte IB/PVV 2013 (zie ook paragraaf 3.4.1).
Ook heeft de heer [belanghebbende] niet conform zijn verklaring de vergoeding voor de ligboxenstal aangegeven in de aangifte IB/PVV 2013 (zie ook paragraaf 3.4.1).
De winst uit onderneming 2012 zal met € 392.753 worden verhoogd (dan wel met dit bedrag wordt de afwaardering ad € 560.390 verminderd).