Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
- De afspraken uit het stakeholdersoverleg van 6 juni 2016;
- De afspraken van december 2017 over het meer- en minderwerk;
- De opleverdatum;
- De afspraken over het maken van vooropnames bij de oplevering;
- De vertragingsoorzaken nader bezien;
- Het kritieke pad;
- De berekening van de vertragingsschade;
- De berekening van de korting.
dat voor meerwerk vooraf goedkeuring moet worden verleend conform de reguliere contractsverplichtingen. In punt 4.5.5.78 van de memorie van grieven formuleert Carmel de afspraak zoals hiervoor in 3.10 weergegeven. Het hof constateert dat daar een wezenlijk verschil in zit. Aanvankelijk stelde Carmel zich op het standpunt dat onderdeel van de afspraak uit het stakeholdersoverleg was dat werd vastgehouden aan de eis van voorafgaande goedkeuring van meerwerk. Uit het standpunt in hoger beroep volgt dat Carmel als gevolg van de afspraak uit het stakeholdersoverleg daar niet langer meer aan zou vasthouden. Daarmee is sprake van een afwijking van het bestek.
- In de brief van [geïntimeerde] aan ICS van 27 mei 2016 gaat [geïntimeerde] in op diverse onderdelen van het werk, waarvan [geïntimeerde] vindt dat het meerwerk is en waarvoor nog geen opdracht is verstrekt, met het dringende verzoek alsnog goed te keuren (productie 44 bij de dagvaarding).
- Uit de e-mail van [geïntimeerde] van 16 juni 2016 volgt dat [geïntimeerde] er toen nog steeds vanuit ging dat zij pas met meerwerk zou beginnen als daar vooraf een opdracht voor was verstrekt. ICS reageert op diezelfde datum met de mededeling dat dit in strijd is met de gemaakte afspraken uit het stakeholdersoverleg van 6 juni 2016 (productie III bij de conclusie van antwoord).
- Op 21 juni 2016 schrijft [geïntimeerde] een uitgebreide brief aan ICS, waarin zij onder meer in gaat op meerwerk waarvoor geen opdracht is verstrekt (productie 45 bij de dagvaarding).
- Op 29 juni 2016 bevestigt [geïntimeerde] dat werk op meerdere plekken al enige weken stil ligt. Dit betreft onder andere de onderdelen waarvoor geen of geen volledige opdracht is verstrekt zoals genoemd in de brief van [geïntimeerde] van 21 juni 2016 (productie 46 bij de dagvaarding).
- Op 1 juli 2016 schrijft ICS aan [geïntimeerde] naar aanleiding van de tussen [geïntimeerde] en ICS ontstane discussie:
- Uit de e-mail van [geïntimeerde] van 5 juli 2016 aan ICS blijkt dat [geïntimeerde] nog steeds een opdracht voor het meerwerk wil hebben, voordat zij tot uitvoering daarvan overgaat (productie NNN bij de conclusie van antwoord). ICS antwoordt dat dit in strijd is met de afspraken uit het stakeholdersoverleg (productie OOO bij de conclusie van antwoord).
- In een e-mail van 7 juli 2016 15:18 uur aan Carmel doet [geïntimeerde] het dringend verzoek voor een persoonlijk gesprek met [naam1] van Carmel. [geïntimeerde] kaart in dit bericht de moeilijke samenwerking met ICS aan, inclusief het weigeren van goedkeuring voor meerwerk (productie 47 bij de dagvaarding).
- Op 7 juli 2016 16:04 uur schrijft [geïntimeerde] aan ICS:
- Op 14 september 2016 schrijft ICS aan [geïntimeerde] :
- Hans [naam7] van ICS heeft in een schriftelijke verklaring van 17 december 2020 geschreven:
Afrekening termijnen plus meer- en minderwerken TCHen
Overzicht meer- en minderwerk Voorlopig.
- [geïntimeerde] heeft op 16 november 2016 in een brief aan ICS medegedeeld dat het werk op 28 november 2016 zal zijn voltooid en daarmee voor oplevering gereed is (productie 14 bij de dagvaarding).
- Op 28 november 2016 om 07:35 uur stuurt ICS een e-mail met onderwerp
- Op 28 november 2016 om 17:01 uur meldt [geïntimeerde] aan ICS:
- Op 29 november 2016 stuurt [geïntimeerde] een uitvoerig bericht aan ICS en Carmel waarin zij onder meer het volgende aankaart. De lijst van ICS met opleverpunten is volgens [geïntimeerde] niet actueel (omdat er punten op stonden die al klaar waren of niet tot de opdracht of [geïntimeerde] verantwoordelijkheid behoorden) waardoor [geïntimeerde] die lijsten, en daarmee het proces-verbaal van oplevering, niet kon ondertekenen. ICS moet de opleverlijsten nalopen en punten die al zijn uitgevoerd eraf strepen. Discussiepunten zullen van de opleverlijsten worden gehaald en na de oplevering worden besproken. Er komen geen nieuwe punten meer op de opleverlijsten. Ook punten die nieuw zijn ten opzichte van eerder verstrekte opleverlijsten worden van de lijsten verwijderd. Verder schrijft [geïntimeerde] dat de oplevering gepland staat voor 3 december 2016 en dat zij ervan uit gaat dat de opleverlijsten dan geactualiseerd zullen zijn. Verder meent [geïntimeerde] dat de vertraging in de oplevering die hierdoor ontstaat voor risico van Carmel komt (productie 20 bij de dagvaarding).
- Op 1 december 2016 stuurt [geïntimeerde] een e-mail aan ICS in verband met de oplevering van het werk op 2 december 2016. Bij die e-mail heeft [geïntimeerde] een door haar gecorrigeerde lijst met opleverpunten gevoegd en aangegeven welke punten in behandeling zullen worden genomen en welke punten zij niet tot het afgesproken werk rekent, waarvoor een meerwerkopgave mogelijk is (productie 23 bij de dagvaarding).
- Op 1 december 2016 stuurt ICS een reactie op de e-mail van [geïntimeerde] van 1 december 2016, waarin zij onder meer schrijft:
Gezien het feit dat wij continue te weinig tijd hebben gehad voor de opnames zullen er ongetwijfeld enkele discussie punten zijn in de lijst, echter het overgrote deel zijn terechte opleverpunten en wordennumet man en macht zoveel mogelijk opgelost.(productie AA bij de conclusie van antwoord).
- Op 7 december 2016 schrijft [geïntimeerde] aan ICS en Carmel - met een aantal kanttekeningen - dat zij akkoord is met een opname van het werk, goedkeuring van de opleverpunten en ondertekening van het proces-verbaal van oplevering op 15 december 2016 (productie 31 bij de dagvaarding).
- Op 13 december 2016 schrijft ICS - onder meer - aan [geïntimeerde] dat de opdrachtgever op 28 november 2016 niet akkoord ging met oplevering van het werk vanwege (onder andere) de vele resterende punten. Op 2 december 2016 was de opdrachtgever volgens deze brief van ICS akkoord met oplevering, maar wenste [geïntimeerde] de oplevering niet te accepteren, omdat de opnamelijsten geen juist beeld weergaven (productie 33 bij de dagvaarding).
- Op 15 december 2016 om 11:26 uur schrijft [geïntimeerde] aan ICS en Carmel:
Aannemer dient grondonderzoek d.m.v. aanvullende sondering t.p.v. de aula te
Ontgraven van grond (STABU Standaard, hfst. 12).
VERWERKEN VAN GROND, STEENMENGSEL
BINNENVLOER OP ZAND
Verdichten van grond (STABU Standaard, hfst.12).
- Op 9 oktober 2015 wordt tussen de architect en [geïntimeerde] herhaaldelijk heen en weer gemaild over de toepassing van streepjesglas in de vliesgevel. Zij verschillen van mening over de vraag of dit in het bestek voldoende duidelijk is opgenomen (productie VVVV bij de memorie van grieven).
- In het verslag van de derde werkvergadering van 10 oktober 2015 is vermeld:
- Op 16 oktober 2015 reageert Polybouw op de hiervoor in 3.44 geciteerde e-mail van de architect:
- Op 30 oktober 2015 mailt Polybouw ( [naam11] ) aan [geïntimeerde] :
gesproken over de 'shadowboxen' in de gevel, nu begreep ik van hem dat er ooit telefonisch besproken Is met jullie dat er geen grote gevolgen zijn, aan het verwijderen van de isolatie achter het glas, ook omdat deze ruimte moet ventileren.
- Op 3 december 2015 mailt [geïntimeerde] aan ICS de tekeningen van de vliesgevel ter controle (productie 113 bij de dagvaarding).
- In de werkvergadering van 8 december 2015 is vermeld:
- In de periode van 3 december 2015 tot en met 12 januari 2016 is er tussen [geïntimeerde] , Polybouw en Alcoa Architectuursystemen heen en weer gemaild over het ontwerp van de vliesgevel (productie 115 bij de dagvaarding).
- Onder 5.4 van de notulen van de werkvergadering van 19 januari 2016 staat dat [geïntimeerde] meldt dat het ontwerp van de shadowboxen niet maakbaar is en dat zij er voorlopig vanuit gaat dat dit komt te vervallen. De architect meldt dat hij dit nog eens gaat nakijken (productie 116 bij de dagvaarding).
- Op 25 januari 2016 mailt [geïntimeerde] aan de architect en ICS:
- Op 25 januari 2016 antwoordt de architect dat hij de e-mail van [geïntimeerde] naar Alcoa heeft doorgestuurd, omdat Alcoa beweert dat het ontwerp wel kan, maar dat er dan meer openingen moeten worden gemaakt dan alleen voor de ontwatering (productie 118 bij de dagvaarding).
- Op 27 januari 2016 reageert Alcoa met een uitvoerige e-mail, waarin zij beschrijft dat toepassing van een shadowbox in de gevel wel mogelijk is, maar consequenties heeft (productie119 bij de dagvaarding).
- [geïntimeerde] reageert op 29 januari 2016 aan ICS, de architect en [naam12] :
- Op 8 februari 2016 stuurt [geïntimeerde] tekeningen van de vliesgevel aan de architect. Vervolgens ontstaat er discussie tussen hen over de verwerking van opmerkingen van de architect in deze tekeningen (productie 124 bij de dagvaarding).
- In de e-mail van [geïntimeerde] aan ICS en de architect van 9 februari 2016 is vermeld:
- Op 12 februari 2016 stuurt [geïntimeerde] een alternatief van IQ panel aan ICS en de architect (productie 126 bij de dagvaarding).
- Vervolgens ontstaat er tussen de architect, ICS en [geïntimeerde] discussie per e-mail over eventueel meerwerk voor de shadowboxen en de toepassing van gezeefdrukt glas (het streepjesglas) (zie producties 127, 128 en 130 bij de dagvaarding).
- Op 19 februari 2016 schrijft de architect aan [geïntimeerde] en ICS:
laatste stand vliesgevelsbericht de architect aan ICS, [naam12] en [geïntimeerde] :
- Naar aanleiding van de e-mail van de architect van 27 februari 2016 ontstaat er opnieuw discussie per e-mail tussen [geïntimeerde] , ICS en de architect over eventueel meerwerk voor de shadowboxen en het streepjesglas (productie 134 tot en met 144 bij de dagvaarding en productie ZZ bij de conclusie van antwoord).
- Vanaf 16 maart 2016 is er contact tussen de architect en [geïntimeerde] over de technische uitvoering van de vliesgevel (productie BBB tot en met FFF bij de conclusie van antwoord).
- Op 12 mei 2016 heeft [geïntimeerde] het definitieve ontwerp voor de vliesgevels aan de architect en ICS gemaild (productie 91 bij de dagvaarding).
bijvoorbeeldEPS formaat kan worden aangeleverd. Dat de gegevens die op 10 maart 2016 verstrekt zijn te summier zijn, heeft Carmel ook onvoldoende toegelicht. Uit de stukken en de stellingen van Carmel kan bovendien niet worden afgeleid dat Flex Capacity op enig moment aan [geïntimeerde] om verduidelijking van de algemene gegevens uit de e-mail van 10 maart 2016 heeft gevraagd, hetgeen wel op haar weg had gelegen als zij met die instructie niet uit de voeten kon. Ook de vertraging die is ontstaan tussen 1 april 2016 en 27 mei 2016 moet daarom aan Carmel worden toegerekend.
concurrent delayals gevolg. Indien dit laatste zich voor doet, is dat van belang bij de vraag of [geïntimeerde] over die periode recht heeft op vertragingsschade en de vraag of Carmel over deze periode recht heeft op de contractuele korting.
uitlopen planning” en als beheersmaatregel staat daarachter vermeld: “
BIM, LEAN en opvang door eventueel extra werken in ploegen of tijdens weekenden en vakanties” (productie E bij de CvA). Dat in een plan van aanpak doorwerken in de weekenden als beheersmaatregel is vermeld voor het risico op uitlopen van de planning en dat werken in de weekenden volgens de cao ook mogelijk is, kan naar het oordeel van het hof op geen enkele manier rechtvaardigen dat Carmel erop mocht vertrouwen dat partijen hebben afgesproken dat de contractuele korting bij overschrijding van de opleverdatum in afwijking van de regeling in de toepasselijk verklaarde UAV 2012 zou worden berekend over kalenderdagen in plaats van werkdagen. Carmel mocht er op basis van het plan van aanpak op vertrouwen dat [geïntimeerde] door middel van - onder meer - het doorwerken in de weekenden zou proberen een uitloop in de planning teniet te doen, of te beperken. Niet meer en niet minder dan dat. [geïntimeerde] hoefde niet te begrijpen dat zij met het vermelden van deze beheersmaatregel instemde met een afwijking van de definitie van werkdag in § 1 van de UAV 2012 of een afwijking van de regeling van § 42 lid 3 van de UAV 2012 die vergaande gevolgen heeft voor de wijze waarop de contractuele korting wegens overschrijding van de oplevertermijn zou worden berekend. Dat volgens het bestek de indeling van de tijdsduur op het algemeen tijdschema en in het gedetailleerd werkplan moet worden aangegeven in kalenderdagen maakt het voorgaande niet anders. De door Carmel genoemde omstandigheden zijn tegenover het klip en klare uitgangspunt van de UAV 2012 (waarvan partijen naar het oordeel van het hof niet zijn afgeweken) onvoldoende zwaarwegend om te kunnen oordelen dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is om de korting wegens overschrijding van de overeengekomen termijn van oplevering alleen over werkdagen te berekenen. Daarom is evenmin redelijk om de korting over de werkdagen en de helft van de weekenden te berekenen, zoals Carmel subsidiair betoogt.