Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
Bovendien is het de Ondernemer genoegzaam bekend dat bij aanvang van het lidmaatschap een vergoeding verschuldigd is terzake goodwill en bij uittreden een uittredevergoeding (goodwill)”. In artikel 11, met opschrift “
Intrede- en uittredevergoeding e.a.”, staat:
3. Bij (gedeeltelijk) uittreden van een Ondernemer - ongeacht het moment waarop en de reden waarom - is een uittredingsvergoeding verschuldigd. Daarbij gelden de volgende bepalingen voor een Lid B: (…)
Hierbij zeg ik het lidmaatschap (…) op per 31 juli 2020.”