4.5.[partij A] vordert daarnaast in conventie een bedrag van € 5.947,81 betreffende contributie en marketingbijdragen. Hierbij gaat het om de volgende posten:
a. audit € 707,85
b. marketing bijdrage € 484,00
c. variabele contributie,
12 facturen samen € 3.377,16
d. vaste contributie € 1.205,16
e. bijdrage zzp Nederland € 22,39
f. bijdrage software € 151,25.
Deze posten zullen hierna puntsgewijs worden beoordeeld.
a. audit.
Deze post betreft een her-audit. [partij B] heeft wel de kosten van de audit van € 575,00 voldaan. In zijn geval is door [partij A] geoordeeld dat een her-audit aangewezen was. [partij A] heeft [partij B] niet gewezen op een betalingsverplichting voor deze her-audit. De kantonrechter overweegt dat [partij A] op deze verplichting had moeten wijzen en dat, nu zij dit niet heeft gedaan, dit onderdeel moet worden afgewezen. Dat in de ledenvergadering is besloten dat kosten voor een her-audit in rekening kunnen worden gebracht aan de leden vormt onvoldoende grondslag om een betalingsverplichting van [partij B] aan te nemen. Dit neemt namelijk niet weg dat [partij A] [partij B] van tevoren had moeten wijzen op een betalingsverplichting.
b. marketingbijdrage
De kantonrechter oordeelt dat dit onderdeel toewijsbaar is. Aangenomen kan worden dat [partij B] voordelen heeft genoten van de marketingactiviteiten van [partij A] . Hieraan doet niet af dat [partij B] bepaalde diensten en/of goederen niet geleverd heeft gekregen zoals hij heeft gesteld. [partij B] had hier immers ook zelf om kunnen vragen. Vast staat dat [partij A] kosten heeft gemaakt voor de marketing en deze kosten heeft omgeslagen naar haar leden. Dit maakt dat het gevorderde bedrag van € 484,00 kan worden toegewezen.
c. en d. variabele en vaste contributie
[partij B] heeft gesteld dat [partij A] hem vanaf augustus 2020 geen diensten meer heeft geleverd, [partij A] [partij B] had verwijderd van haar website en feitelijk lid-af had gemaakt. [partij B] meent dat hij om die reden vanaf die datum geen betalingsverplichting meer heeft.
[partij A] heeft niet weersproken dat zij vanaf augustus 2020 geen diensten heeft geleverd, [partij B] verwijderd heeft van de website en lid-af heeft gemaakt.
De kantonrechter verbindt hieraan het gevolg dat [partij B] vanaf augustus 2020 geen contributie verschuldigd is aan [partij A] .
Aldus zal worden toegewezen:
- de vaste contributie van € 1.205,16 (vervaldatum 14-04-2020),
- en aan variabele contributie de facturen tot en met juli 2020 (zes facturen) zoals vermeld in productie 4 bij de dagvaarding, zijnde een bedrag van € 1.709,59 in totaal. De facturen vanaf augustus 2020 (zes facturen) zijn dus niet toewijsbaar.
Dit maakt dat de posten c. en d. toewijsbaar zijn tot een bedrag van € 2.914,75 (€ 1.205,16 + € 1.709,59) in totaal.
e. bijdrage zzp Nederland
Het gevorderde bedrag van € 22,39 is toewijsbaar. Aannemelijk is dat [partij A] zzp bijdrage heeft betaald en dit bedrag heeft omgeslagen over haar leden en ook aannemelijk is dat [partij B] hiervan de voordelen heeft genoten.
f. bijdrage software
Het gevorderde bedrag van € 151,25 is volgens [partij B] zelf deels toewijsbaar. Ter zitting heeft [partij B] verklaard zich te kunnen vinden in het door de kantonrechter voorgestelde bedrag van € 76,00. [partij A] heeft ter zitting hiertegen geen bezwaar geuit. De kantonrechter zal deze post dan ook toewijzen tot een bedrag van € 76,00.