Uitspraak
[appellante],
Airbus,
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep van 3 juli 2023;
- de memorie van grieven van 18 juli 2023;
- de memorie van antwoord tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep met wijziging van eis van 1 augustus 2023;
- de memorie van antwoord in het incidenteel hoger beroep van 15 augustus 2023;
- het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 18 augustus is gehouden;
2.De kern van de zaak
3.De feiten
“ [sportvrouw] [appellante] strijdt met een ijzeren discipline tegen multinationals”waarin [appellante] ingaat op de door haar gevoerde procedures. [in] 2022 is er in ‘ [de krant2] ’ een artikel verschenen onder de titel “
Hoe [sportvrouw] megafraude onthulde”, ook na een interview met [appellante] . Op 2 januari 2023 is op de website van [naam3] een video van een vraaggesprek met [appellante] geplaatst onder te titel
“ [appellante] : [titel] ”.Op de site is [in] 2023 ook een schriftelijke, Engelse, samenvatting geplaatst
.
4.Het oordeel van het hof
- De mate waarin de uitlatingen steun vinden in de beschikbare feiten;
- De mate waarin de openbaarmaking een bijdrage levert aan een (publiek) debat van algemeen belang;
- De mate van bekendheid van de betrokken persoon en het eerder gedrag van de
rechtspraak.nlgepubliceerd en hebben de interesse van de pers gewekt. De krantenartikelen in [de krant1] en [de krant2] zijn daaruit voortgekomen, waarbij het artikel in [de krant1] is geïnitieerd door de sportredactie die in een reeks over de tweede carrière van [sportvrouw] aanleiding zag [appellante] te benaderen. Ook voor [de krant2] geldt dat niet gebleken is dat het initiatief van haar is uitgegaan. Wel heeft zij volledig meegewerkt en stukken uit haar dossier aan [de krant2] beschikbaar gesteld. Op zich stond het [appellante] vrij om in de interviews haar mening te verwoorden en toe te lichten waarom zij in hoger beroep is gegaan van het vonnis van de rechtbank Amsterdam. De voorzieningenrechter heeft die krantenartikelen beoordeeld op de punten die Airbus als onrechtmatig had bestempeld. Daartoe heeft de voorzieningenrechter de artikelen zelfstandig ontleed. De voorzieningenrechter is Airbus op één onderdeel gevolgd in het standpunt dat in de krantenartikelen sprake was van een onrechtmatige uiting van [appellante] . Dit betreft de passage in het [de krant2] -artikel waarin stond: