Uitspraak
in eerste aanleg: verzoekster,
1.1. Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
“vertical”(afdeling) zich meer zou gaan richten op toepassing en ontwikkeling van Red Hat software ten behoeve van digitale televisie en andere internettoepassingen (Media and Entertainment).
“media competence alone”te willen werken en zijn eigen agenda daarin te volgen. Red Hat wilde dat [verweerder] eerst de Red Hat cultuur en producten leerde kennen en zou samenwerken binnen het team, waarbij Red Hat overigens ruimte bood (een dag in de week) aan [verweerder] om zijn eigen ideeën, waarvoor echt wel waardering bestond, verder te ontwikkelen. De instructies van Red Hat, gegeven in het evaluatiegesprek en herhaald in de e-mail van 14 juli 2022, bleken echter aan dovemansoren gericht. Die e-mail is een impliciete waarschuwing dat [verweerder] redelijke instructies moet opvolgen waarop [verweerder] daags erna echter boos en laatdunkend richting zijn leidinggevende reageert. De aanloop naar de indiensttreding en deze gedragingen van [verweerder] kunnen niet leiden tot het oordeel dat sprake is van ernstige verwijtbaarheid van Red Hat zodat een billijke vergoeding niet aan de orde kan zijn, laat staan een vergoeding van € 60.000,00. Een en ander wordt door [verweerder] betwist.
“onboarding process”. Ondanks het gespreksverslag van een maand later (e-mail van 29 juli 2022) dat door [naam1] aan de personeelsafdeling is toegestuurd en is bevestigd in de schriftelijke verklaringen van [naam1] , [naam2] en [naam3] blijft [verweerder] bij zijn betwisting van de juistheid hiervan en wijst hij erop dat dit verslag alleen maar achteraf (na de mailwisseling van 14 en 15 juli 2022) is gemaakt door Red Hat om sterker te staan in de ontslagprocedure. Aan hem zijn in dat gesprek geen instructies gegeven om anders te gaan werken. Dat las hij namelijk voor het eerst in de e-mail van 14 juli 2022 terwijl het toch voor de hand had gelegen dergelijke instructies eerder aan hem per e-mail te bevestigen. Toen kreeg hij voor het eerst te horen dat zijn creatieve activiteiten op het gebied van Media and Entertainment, waarvoor hij juist was aangenomen, moesten stoppen en dat hij zich uitsluitend moest gaan toeleggen op generieke IT-taken. Dat viel hem rauw op het dak en was voor hem de reden om zijn, naar eigen zeggen, “directe” e-mail van 15 juli 2022 te sturen aan Red Hat die vervolgens bij haar weer volstrekt verkeerd viel; zowel qua inhoud als qua toonzetting.
verticaldie Red Hat wilde gaan uitbouwen. Ook geldt dat Red Hat enkele weken eerder, aan het einde van de proeftijd, toen er volgens haar al de nodige bedenkingen waren gerezen over het gedrag van [verweerder] , onvoldoende aanleiding zag om met gebruikmaking van het proeftijdbeding de arbeidsovereenkomst direct op te zeggen. Ook koos ze er, zoals hiervoor overwogen, op dat moment niet voor de volgens haar gemaakte afspraken over de functievervulling vast te leggen. Zij heeft toen een eigen afweging gemaakt en [verweerder] definitief voor onbepaalde tijd in dienst laten komen. Aan Red Hat was bovendien bekend dat beëindiging van het dienstverband betekende dat de verblijfstitel in Nederland van [verweerder] (en zijn gezin) op losse schroeven kwam te staan omdat hij binnen drie maanden daarna ander betalend werk in dienstverband zou moeten vinden waarmee hij minimaal € 4.612,00 bruto per maand zou moeten verdienen. Tot slot geldt dat Red Hat aan [verweerder] prima salarisvoorwaarden had geboden en dat het nog maar de vraag was of hij een werkgever zou kunnen vinden die bereid zou zijn hem in gelijke zin te belonen voor zijn werkzaamheden. Gebleken is inmiddels (zie r.o. 3.11) dat [verweerder] er financieel fors op achteruit is gegaan. Daarom oordeelt het hof dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van Red Hat dat toekenning van een billijke vergoeding rechtvaardigt.
verticalmet een nieuw product wilde uitbreiden en daarvoor [verweerder] had aangetrokken: partijen zaten nog steeds in de inwerkfase en wie weet hoe succesvol dat zou zijn geweest als beiden zich herpakt zouden hebben. Mogelijk zouden partijen na een traject nog lang met elkaar hebben samengewerkt. Als partijen afspraken zouden hebben gemaakt over het einde van het dienstverband acht het hof geïndiceerd dat [verweerder] naar een andere baan zou hebben kunnen solliciteren vanuit een werkende positie en daarvoor wordt een termijn van zes maanden redelijk geacht. Ook omdat [verweerder] zal moeten uitleggen aan een nieuwe werkgever waarom hij zo kort na indiensttreding bij Red Hat alweer solliciteert naar een nieuwe functie en dit een mogelijke negatieve invloed op zijn kansen en salaris zou hebben. Gelet op dit alles schat het hof de duur van de arbeidsovereenkomst op 6 tot 12 maanden in maar met mogelijk een flinke uitloop als partijen zich na een goed gesprek beiden zou hebben herpakt. Mede rekening houdende met de salarisdoorbetaling over de periode tussen 3 augustus 2022 (de op non-actiefstelling met behoud van salaris) en 1 februari 2023 (de dag waarop het einde van de arbeidsovereenkomst is bepaald) is het hof van oordeel dat de billijke vergoeding door de kantonrechter correct is vastgesteld. Het hof ziet, alles in aanmerking nemende, geen aanleiding om de transitievergoeding van € 2.509,13 in mindering te brengen op de billijke vergoeding.