Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.De procedure bij het hof
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
c. door de 25% van [bestuurder van C.A.] , ofwel 333 aandelen verwateren [indirect bestuurder L2Holding 2] en [indirect bestuurder L2Holding 1] deel naar 9% (540k) en [bestuurder Offco] deel naar 57% als eerder besproken.” Verderop in de mail geeft hij aan dat de bankrekening aardig leeg begint te raken en dat er dus op korte termijn geld gestort moet worden. In reactie op die mail heeft [indirect bestuurder L2Holding 1] opgemerkt: “
wisten we al in Maart en meerdere keren aangegeven als er geen Equity binnen komt of niet verkocht is in augustus wij kunnen stoppen in September”
.Volgens Offco volgt hieruit dat de optie in tijd was begrensd, omdat [indirect bestuurder L2Holding 1] zelf aangaf dat er geld moest komen in september 2018, omdat men anders zou stoppen. Het gaat hier echter over een reactie op een voorstel tot het laten verwateren van aandelen (met andere woorden “binnenkomen van equity”) om zo geld te krijgen om in staat te zijn de ontwikkeling van de OPTS voort te zetten en dus juist niet te stoppen. Een afgesproken eindtermijn van een optie volgt daaruit niet. Andere afspraken zijn niet gemaakt, aldus [bestuurder Offco] tijdens de mondelinge behandeling. De slotsom is dat de opschortende voorwaarden zijn vervuld en de optie terecht is ingeroepen.
120 aandelen. Een en ander wordt bovendien bevestigd door de eerder genoemde mail van 12 september 2018 [3] , waarin [bestuurder Offco] aan de heren [indirect bestuurder L2Holding 1] en [indirect bestuurder L2Holding 2] voorhoudt dat men op korte termijn geld nodig heeft en daarom 333 aandelen aan [X] wil uitgeven waardoor de aandelen van [indirect bestuurder L2Holding 1] , [indirect bestuurder L2Holding 2] en [bestuurder Offco] zullen verwateren. Daarbij verandert het percentage van [indirect bestuurder L2Holding 1] en [indirect bestuurder L2Holding 2] naar 9% wat weer correspondeert met 120 aandelen. Tot slot ligt het ook niet erg voor de hand dat als een nieuwe partij instapt en stort op de aandelen, dat daarmee de optie op de aandelen die om niet zouden worden geleverd voor de verrichte inspanningen, in feite “gratis” zou meegroeien in waarde. Conclusie is dat het voor de beide partijen gaat om elk 120 aandelen. Inmiddels zijn deze geleverd, zodat er is voldaan aan de ingeroepen optie. De vordering van BCMS tot levering van 40 extra aandelen zal dus worden afgewezen.
nietziet op de uitoefening van het optierecht door Ambtman Group en BCMS.
Verhuur/kalendermaandvermeld waarbij er onder het kopje “aantal” het getal 4,00 is ingevuld, vervolgens een stuksprijs van € 2.450 en daarachter een lijnprijs van € 9.800. Onder de gegevens over de generator komt dan de volgende vermelding: bij de kolom omschrijving wordt
Optioneel: Verkoopvermeld waarbij er onder het kopje “aantal” het getal 1,00 is ingevuld, vervolgens een stuksprijs van € 9.800 en daarachter een lijnprijs van eveneens € 9.800. Niet valt in te zien waarom er, als er additionele huurpenningen waren afgesproken, in beide gevallen dezelfde hoofdsom wordt vermeld. Er staat immers ook een stuksprijs van 4 maanden bij de verhuur optie, als men meer dan dat zou hebben afgesproken zou er geen
aantalen
lijnprijszijn ingevuld. Lift2Work koos na ontvangst van de orderbevestiging voor koop en is daarom geen huur verschuldigd. In dit licht is de opmerking in de purchase order, waarop Ambtman Marine zich beroept, dat huurkosten doorlopen tot aan betaling (van de koopsom) en worden verrekend met afschrijving, onvoldoende om aan te nemen dat Lift2Work zich heeft verbonden tot betaling van zowel de huurprijs van € 2.450 per maand als de koopsom van € 9.800.