Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van de procedure bij het hof|
2.De kern van het geschil
3.De motivering van de beslissing
-
16 maart 2011 op naam van longarts [naam1]: patiënt uitslag medegedeeld. Geschrokken, had nabehandeling niet verwacht. Gehoopt met operatie klaar te zijn. Neemt informatie goed op. Geen vragen meer. Zou graag willen deelnemen aan studie NVALT8. Verzoekt om psychosociale begeleiding tijdens chemotherapie.
In zijn brief van 17 maart 2011 aan het Maasziekenhuis schrijft [naam1] : Patiënte is besproken in de tumorwerkgroep. (…) Voorstel is adjuvant chemotherapie in het kader van de NVALT 8 studie (…). Met patiënte en naasten is de uitslag besproken. Zij waren erg geschrokken, want ze hadden dit na de behandeling niet verwacht. Ze had gehoopt dat ze met de operatie klaar zou zijn met behandelen. Ik heb haar globaal de logistiek en de bijwerkingen van de chemotherapie uitgelegd, tevens heb ik informatie meegegeven over deelname aan de NVALT 8 studie.
-
18 maart 2011 op naam van longarts [naam2]: Patiënte teruggebeld. (…) Maakte zich veel zorgen: dacht opgegeven te zijn. Uitgelegd dat met de operatie alles is weggenomen dat de chemotherapie ervoor moet zorgen dat in de toekomst de kans op recidief lager is. Verder benadrukt dat stop roken erg belangrijk is om te voorkomen dat er nieuwe afwijkingen ontstaan gezien de vastgestelde dysplasie. Patiënte is gestopt en niet van plan weer te beginnen met roken. Rustig nog eens alles op een rijtje gezet en patiënte kunnen geruststellen. (…)
-
31 maart 2011 op naam van longarts [naam1]: is akkoord nvalt8, heeft formulieren niet bij zich. (…) is erg angstig en emotioneel om chemo te krijgen!
-
31 maart 2011 op naam van specialistisch verpleegkundige [naam3]: Kreeg samen met schoonzus informatie over (bij)werking chemotherapie ahv pim [Patiënten Informatie Map, hof], logistiek, veiligheid en bereikbaarheid. Raakte hevig geëmotioneerd door de informatie. Voelde paniek. Wil een keer met psycholoog praten over deze gevoelens. Consult is verzonden. (…) Wil deelnemen aan nvalt8. Stuurt informed consent formulier op.
-
1 april 2011 op naam van longarts [naam4]: Patiënt belt daags na intake: is helemaal in de war. Denkt dat ze kleincellige carc te hebben, zou gisteren verteld zijn door verpleegkundige. Is helemaal in de war, denkt nu toch dat ze niet meer te genezen is. Uitgebreide uitleg: niet kleincellig, zoals bij haar al bekend was. Is uiteindelijk gerustgesteld.
-
5 april 2011 op naam van [naam3]: Telefonisch contact met patiënt gehad: belde zelf. Was ervan overtuigd dat in gesprek over chemotherapie gesproken is over kleincellig longcarcinoom. Gesprek gezamenlijk doorgenomen. Nooit is gesproken over de diagnose of celtype. (…) Mw vertelde al snel na start inlichten in paniek te raken door de informatie en dat daarna weinig informatie haar is bijgebleven, behalve de invloed die cisplatin op haar gehoor kan hebben.
-
12 april 2011 op naam van [naam3]: Op verzoek van mw toelichtingsgesprek gehad, volgend op informatie over chemotherapie. Had nog een aantal vragen open staan. (…) Verwerking: Angst voor inlopen chemotherapie en de gevolgen daarvan. Ervaart controleverlies als een zware last. Zoals eerder al afgesproken afspraak met psycholoog Jan Vercoulen gemaakt op 13-04-2011.
3.4. In het verpleegkundig dossier staat:
16/3/11 wil graag deelnemen aan NVALT8 studie
31/3/11 info bijwerkingen chemo samen met schoonzus
5/4/11 vraag carboplatin
2/4/11 toestemmingsformulier NVALT-studie ondertekend!!
“Aanvullende verpleegkundige rapportage
Mw heeft de chemotherapie behandeling als heel zwaar ervaren. Voelde zich onvoldoende geïnformeerd over allerlei bijwerkingen die konden optreden. Zou de behandeling met chemotherapie niet gedaan hebben als ze het tevoren gehoord/geweten had. Dit alles ondanks mondelinge en schriftelijke informatie (PIM) zie ze ontvangen had. Heeft tijdens chemotherapie last van misselijkheid, gewichtstoename, aandachtsproblemen en vermoeidheid gehad. Eerdere psychologische begeleiding heeft mw als onvoldoende ervaren.
3.6. In de schriftelijke patiëntinformatie over NVALT-8 staan mogelijke bijwerkingen van de chemotherapie (met het middel cisplatine) die [appellante] heeft ondergaan. Het hof verwijst naar rov. 2.10. van het bestreden vonnis. Onder andere staat hierin:
“(…) De zenuwbanen kunnen worden beschadigd door cisplatine. Klachten van zenuwen kunnen zich uiten in prikkelingen en een doof en stijf gevoel in handen en voeten, waardoor het gevoel in de vingers en voetzolen verminderd kan zijn. Over het algemeen zullen deze klachten na het stoppen van de behandeling afnemen. In zeer uitzonderlijke gevallen kan cisplatine het gehoor aantasten. (…)”
‘f. vermoeidheid’Vermoeidheid kan ontstaan als gevolg van de ziekte, de behandeling en/of psychische belasting. De vermoeidheidsklachten kunnen na de behandeling nog enkele maanden of zelfs jaren aanhouden. Het voorkomen of verhelpen van de vermoeidheid is nooit helemaal te realiseren. Er is echter veel mogelijk om het probleem draaglijk te maken.
* beperking in de dagelijkse activiteiten
* slaapproblemen
* concentratieproblemen
* vergeetachtigheid
* emotioneel reageren
* piekeren
* angstig zijn”
i) de verstrekte informatie3.8. [appellante] heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij niet is voorgelicht over de bijwerkingen waar zij na de chemotherapie blijvend last van heeft, te weten zere, vermoeide voeten/benen waardoor zij niet verder dan vijf kilometer aaneengesloten kan lopen, chemobrains en gehoorklachten. Tijdens de gesprekken is het hier niet over gegaan, de PIM heeft [appellante] niet ontvangen en in de schriftelijke informatie (PIM en patiëntinformatie NVALT-8) staat chemobrains niet als bijwerking genoemd.
Met de schriftelijke informatie over NVALT-8, de PIM en de mondeling verstrekte informatie heeft Radboud umc aan de op haar rustende informatieplicht, ook waar het om een experimentele behandeling gaat, voldaan. Er is hier gezien de genoemde feiten en omstandigheden geen sprake van een verzwaarde informatieplicht.
Het is het hof ook onvoldoende gebleken dat de aanpak van Radboud umc niet of, zoals [appellante] stelt, zelfs averechts werkte. Duidelijk is dat de verstrekte informatie bij [appellante] aanvankelijk lastiger beklijfde, maar dat zij uiteindelijk niet in staat was informatie op te nemen, volgt niet uit het medisch dossier. De mondelinge informatieverstrekking voorafgaand aan de start van de chemotherapie is geëindigd met een extra toelichtingsgesprek op 12 april 2011 op verzoek van [appellante] omdat zij nog een aantal vragen had. Daarnaast staat vast, zo heeft het hof al geoordeeld, dat [appellante] ook schriftelijke informatie heeft meegekregen waardoor ze in staat was om die informatie op een ander moment nog rustig tot zich te nemen, zo nodig in samenspraak met haar familie en andere naasten. Uit de aantekeningen in het medisch dossier blijkt niet dat [appellante] , zoals tijdens eerdere gesprekken het geval bleek en is aangetekend, de informatie niet goed had begrepen of onthouden en zij heeft dat ook niet onderbouwd gesteld. Daar komt nog bij dat, zoals hiervoor is vastgesteld, [appellante] tijdens enkele gesprekken werd bijgestaan door een familielid en een bekende en de informatie over de bijwerkingen van de chemotherapie ook schriftelijk was verstrekt.