In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, gaat het om de beroepsaansprakelijkheid van een advocaat, [geïntimeerde2], die optrad voor Yoi B.V. in een geschil over een bouwclaim. Yoi had een procedure gevoerd tegen OVO over de toewijzing van woningen in een bouwproject in Veenendaal. De rechtbank had eerder geoordeeld dat Yoi niet tijdig een aanbod van OVO had aanvaard, wat leidde tot het vervallen van haar rechten. Yoi stelde dat [geïntimeerde2] haar onjuist had geïnformeerd over de gevolgen van het hoger beroep, waardoor zij schade had geleden. Het hof oordeelde dat er twee verwijten aan de advocaat konden worden gemaakt: het niet correct adviseren over de tweemaandentermijn en het onterecht stellen dat er een aanbod voor 90 woningen was gedaan. Het hof concludeerde dat er onvoldoende causaal verband was aangetoond tussen het eerste verwijt en de schade, maar dat het tweede verwijt gegrond was. Yoi werd in de gelegenheid gesteld om de schade opnieuw te berekenen, waarbij rekening moest worden gehouden met het verlies van een bouwclaim voor 61 woningen. Het hof hield verdere beslissingen aan en verwees de zaak naar de rol voor het nemen van een akte door Yoi.