Uitspraak
1.[geïntimeerde1]
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
- de akte uitlaten van [geïntimeerden] van 24 augustus 2021
- de akte uitlaten van Dexia van 21 september 2021
- de akte van [geïntimeerde1] van 31 januari 2023
- de akte van Dexia van 31 januari 2023
2.De verdere motivering van de beslissing in hoger beroep
- de omstandigheid dat de tussenpersoon al dan niet heeft geïnformeerd naar de financiële omstandigheden en financiële doelen van de afnemer;
- de omstandigheid dat de tussenpersoon al dan niet ook andere mogelijke effectenleaseproducten heeft genoemd en besproken dan het uiteindelijk afgenomen product;
- de omstandigheid dat de tussenpersoon al dan niet, naast of in samenhang met het afgenomen effectenleaseproduct, een ander financieel product, zoals een hypothecaire lening, heeft geadviseerd.
.De enkele verwijzing op de overeenkomsten naar “ATP-P. [de tussenpersoon] B.V.” zegt hierover te weinig. Nu de bewijslast van de stelling dat Dexia wist of behoorde te weten dat [de tussenpersoon] heeft geadviseerd omtrent het aangaan van de overeenkomsten op [geïntimeerden] rust, zal [geïntimeerden] conform zijn bewijsaanbod worden toegelaten tot nadere bewijslevering van de feiten en omstandigheden die deze conclusie kunnen rechtvaardigen. Dexia heeft in haar akte al verwezen naar het getuigenverhoor van de adviseurs van [de tussenpersoon] dat heeft plaatsgevonden in een parallelle zaak bij dit hof en heeft het proces-verbaal daarvan overgelegd. Het hof kan zich voorstellen dat [geïntimeerden] ook wil verwijzen naar het betreffende getuigenverhoor en partijen volstaan met het nemen van een akte over deze kwestie. Partijen kunnen daartoe een gezamenlijk verzoek doen aan het hof, waarna de zaak zal worden verwezen naar de rol voor akte aan de zijde van [geïntimeerden] en vervolgens voor antwoordakte aan de zijde van Dexia, waarna arrest zal geworden gewezen.
3.De beslissing
uitsluitendbewijs door bewijsstukken wenst te leveren, hij die stukken op de
roldatum 15 augustus 2023bij akte in het geding dient te brengen;
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zal opgeven op de
roldatum 15 augustus 2023waarna dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;