In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de aansprakelijkheid van een bestuurder voor het faillissementstekort van de vennootschap HVG Novio Vastgoed B.V. De bestuurder, aangeduid als [de bestuurder], heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland, waarin zij aansprakelijk werd gesteld voor het tekort in de failliete boedel. De curator had eerder gevorderd dat [de bestuurder] zou worden veroordeeld tot betaling van het volledige tekort, inclusief een voorschot van € 65.000. De rechtbank had deze vorderingen voor een groot deel toegewezen.
Het hof oordeelde dat [de bestuurder] als bestuurder aansprakelijk is voor het tekort, omdat zij haar boekhoudplicht niet heeft nageleefd en onvoldoende inzicht heeft gegeven in de financiële situatie van de vennootschap. Het hof concludeerde dat de curator niet ontvankelijk was in zijn vorderingen tegen de erfgenamen van de voormalig bestuurder, omdat [de bestuurder] zelf als bestuurder aansprakelijk kon worden gesteld. Het hof bevestigde dat de curator terecht de verkoop van een appartement door [de bestuurder] aan haar (ex)-schoondochter heeft vernietigd, omdat deze transactie onbillijk was en met het oogmerk van vermindering van verhaal is verricht.
Daarnaast werd [de (ex)-schoondochter bestuurder] onbillijk bevoordeeld door de transactie, omdat zij de koopsom niet daadwerkelijk heeft betaald, maar een schuld heeft overgenomen. Het hof heeft de vordering van de curator tegen [de (ex)-schoondochter bestuurder] toegewezen, waarbij zij een bedrag van maximaal € 44.658,64 moet betalen, voor zover [de bestuurder] niet in staat is om aan haar verplichtingen te voldoen. De proceskosten in hoger beroep zijn voor rekening van [de (ex)-schoondochter bestuurder].