In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 juli 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2017, waarbij de Inspecteur een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen heeft vastgesteld. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. Vervolgens heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat de belastingheffing moet plaatsvinden op basis van het werkelijk behaalde rendement in plaats van het forfaitaire rendement, zoals berekend door de Inspecteur. Het Hof heeft vastgesteld dat het werkelijk rendement van belanghebbende op € 11.709 dient te worden vastgesteld, en dat de Inspecteur de aanslag moet verminderen. Het Hof heeft ook geoordeeld dat de kosten die belanghebbende heeft gemaakt voor de behandeling van het bezwaar, beroep en hoger beroep door de Inspecteur vergoed moeten worden. De uitspraak van de rechtbank is vernietigd en de aanslag is verminderd, waarbij het Hof belanghebbende in het gelijk heeft gesteld voor wat betreft de berekening van het werkelijk rendement.