In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is behandeld, gaat het om een burengeschil tussen twee partijen, [appellanten] en Agarica Beheer B.V., die sinds de jaren '80 buren zijn op een industrieterrein in [woonplaats1]. De kern van het geschil betreft de vraag of een strook grond, die tot het kadastrale perceel van Agarica behoort, door [appellanten] door verkrijgende verjaring in eigendom is verkregen. Het hof oordeelt dat van verkrijging door verjaring geen sprake is, omdat [appellanten] nooit bezitter van de grond zijn geworden. Dit is te wijten aan het interversieverbod, dat inhoudt dat men niet kan verjaren als men met toestemming van de eigenaar de grond in gebruik heeft. Het hof wijst ook de vorderingen van [appellanten] af die betrekking hebben op onrechtmatige hinder door een aarden wal die door Agarica is aangelegd. Het hof concludeert dat de aarden wal niet onrechtmatig is, omdat deze is gerealiseerd op basis van afspraken tussen partijen. De vorderingen van [appellanten] worden afgewezen, en zij worden veroordeeld in de proceskosten.