Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
hierna: BAM,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft BAM Infra Rail B.V. (hierna: BAM) verzet aangetekend tegen de vaststelling van het griffierecht door de griffier van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De procedure is ontstaan na een arbitraal eindvonnis van 28 juni 2022, waarbij BAM een vordering had ingesteld tegen ProRail B.V. BAM had in dat arbitraal vonnis een schadevergoeding gevorderd, maar deze vordering werd afgewezen. BAM heeft vervolgens op 28 september 2022 de vernietiging van het arbitraal vonnis gevorderd, wat leidde tot de vaststelling van het griffierecht op € 11.379,- door de griffier op 18 oktober 2022. BAM heeft dit griffierecht betaald, maar kwam op 18 november 2022 in verzet tegen deze vaststelling.
Het hof heeft vastgesteld dat BAM uitsluitend vorderde om het arbitraal vonnis te vernietigen, zonder dat het inhoudelijke geschil tussen BAM en ProRail aan het hof ter beoordeling werd voorgelegd. Dit leidde het hof tot de conclusie dat de vordering van BAM van onbepaalde waarde was. Het hof heeft de beslissing van de griffier vernietigd en het griffierecht vastgesteld op € 783,-, met de opdracht aan de griffier om het teveel betaalde bedrag aan BAM terug te betalen. De beslissing van het hof is op 9 mei 2023 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.