ECLI:NL:GHARL:2023:3868

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
9 mei 2023
Publicatiedatum
9 mei 2023
Zaaknummer
200.319.016
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen de vaststelling van het griffierecht in een civiele procedure met betrekking tot een arbitraal vonnis

In deze zaak heeft BAM Infra Rail B.V. (hierna: BAM) verzet aangetekend tegen de vaststelling van het griffierecht door de griffier van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De procedure is ontstaan na een arbitraal eindvonnis van 28 juni 2022, waarbij BAM een vordering had ingesteld tegen ProRail B.V. BAM had in dat arbitraal vonnis een schadevergoeding gevorderd, maar deze vordering werd afgewezen. BAM heeft vervolgens op 28 september 2022 de vernietiging van het arbitraal vonnis gevorderd, wat leidde tot de vaststelling van het griffierecht op € 11.379,- door de griffier op 18 oktober 2022. BAM heeft dit griffierecht betaald, maar kwam op 18 november 2022 in verzet tegen deze vaststelling.

Het hof heeft vastgesteld dat BAM uitsluitend vorderde om het arbitraal vonnis te vernietigen, zonder dat het inhoudelijke geschil tussen BAM en ProRail aan het hof ter beoordeling werd voorgelegd. Dit leidde het hof tot de conclusie dat de vordering van BAM van onbepaalde waarde was. Het hof heeft de beslissing van de griffier vernietigd en het griffierecht vastgesteld op € 783,-, met de opdracht aan de griffier om het teveel betaalde bedrag aan BAM terug te betalen. De beslissing van het hof is op 9 mei 2023 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.319.016
beschikking van 9 mei 2023 op het verzet ex artikel 29 Wet griffierechten burgerlijke zaken (Wgbz)
in de zaak van
BAM INFRA RAIL B.V.,
gevestigd te Breda,
hierna: BAM,
advocaat: mr. J.A.M. Smeekens,
tegen
de griffier van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
te Arnhem,
hierna: de griffier.

1.Het verloop van de procedure

1.1
Tussen BAM als eiseres en ProRail B.V., gevestigd te Utrecht, (hierna: ProRail) als verweerster is door het scheidsgerecht verbonden aan het Nederlands Arbitrage Instituut op 28 juni 2022 een arbitraal eindvonnis gewezen.
1.2
Bij dagvaarding van 28 september 2022 heeft BAM vernietiging gevorderd van voornoemd vonnis. Deze zaak is bij het hof bekend onder zaaknummer 200.317.459.
1.3
De griffier heeft het door BAM te betalen griffierecht op 18 oktober 2022 vastgesteld op € 11.379,-. BAM heeft het griffierecht voldaan.
1.4
Bij verzoekschrift, ingekomen op 18 november 2022, is BAM in verzet gekomen tegen de vaststelling van het griffierecht. De griffier heeft een verweerschrift ingediend, ingekomen op 21 december 2022.
1.5
BAM en de griffier hebben afgezien van een mondelinge behandeling. BAM heeft vervolgens bij akte ingekomen op 13 februari 2023 nog gereageerd op het verweerschrift van de griffier.

2.De motivering van de beslissing

2.1
In de procedure bij het Nederlands Arbitrage Instituut heeft BAM gevorderd – verkort weergegeven – te verklaren voor recht dat ProRail gehouden is een bedrag te voldoen ter vergoeding van de schade die BAM heeft geleden als gevolg van de afwijkingen waarmee het contractgebied aan BAM ter beschikking is gesteld en als redelijke vergoeding voor de uitvoering van de aan BAM opgedragen herstelwerkzaamheden (zoals beschreven in de tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst) en ProRail te veroordelen tot betaling van een bedrag, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente en met veroordeling van ProRail in de kosten van de arbitrage. Tijdens de arbitrageprocedure heeft BAM haar eis gewijzigd en, kort gezegd, gevorderd voor recht te verklaren dat BAM minimaal recht heeft op € 11.500.000,- en dat ProRail het meerdere tot maximaal € 1.300.000,- (tot aan € 12.800.000,-) nog aan BAM moet betalen.
2.2
Bij arbitraal eindvonnis van 28 juni 2022 heeft het scheidsgericht het gevorderde afgewezen, met veroordeling van BAM in de kosten van de procedure.
2.3
BAM heeft in haar dagvaarding, waarin de gronden voor vernietiging van het arbitraal vonnis zijn opgenomen, gevorderd dat het hof bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, het arbitraal vonnis van 28 juni 2022 zal vernietigen, met veroordeling van ProRail in de kosten van het geding en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
2.4
De griffier heeft het door BAM te betalen griffierecht bepaald op € 11.379,-, waarbij de griffier is uitgegaan van een vordering met een beloop van meer dan € 1.000.000,-. Volgens de griffier wordt in deze zaak gevorderd dat het hof het arbitraal vonnis zal vernietigen en moet voor de bepaling van de hoogte van het griffierecht worden gekeken naar de vordering waarover het scheidsgericht had te beslissen.
BAM betwist dat. Zij vordert uitsluitend vernietiging van het arbitraal vonnis en daarom moet niet worden gekeken naar het geldelijk belang van dat vonnis. Het griffierecht moet worden vastgesteld op € 783,-, aangezien sprake is van een vordering van onbepaalde waarde (van niet-natuurlijke personen), aldus BAM.
2.5
Het hof stelt voorop dat de hoogte van het griffierecht op grond van artikel (3 lid 1 in verband met) 10 lid 1 Wgbz (en de bijlage behorend bij de Wgbz) wordt bepaald aan de hand van de vordering in de dagvaarding. Het hof stelt vast dat BAM uitsluitend vordert dat het hof het arbitraal vonnis zal vernietigen. Het inhoudelijke geschil tussen partijen ligt niet aan het hof ter beoordeling voor. Daarom is de vordering die aan het hof is voorgelegd van onbepaalde waarde.
2.6
Uit het voorgaande volgt dat het hof het verzet gegrond zal verklaren en de beslissing van de griffier van 18 oktober 2022 zal vernietigen. Het door BAM verschuldigde griffierecht zal worden vastgesteld op € 783,-. Het hof zal de griffier opdragen hetgeen teveel is betaald terug te betalen.

3.De beslissing

Het hof, beschikkende:
verklaart het verzet gegrond;
vernietigt de beslissing van de griffier van 18 oktober 2022;
stelt het door BAM verschuldigde griffierecht vast op € 783,-;
draagt de griffier op hetgeen door BAM teveel is betaald aan haar terug te betalen;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. R. Prakke-Nieuwenhuizen, M.S.A. van Dam en G.R. den Dekker en is in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 mei 2023.