ECLI:NL:GHARL:2023:379
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over onrechtmatige beëindiging van een duurovereenkomst en betalingsgeschil tussen leverancier en afnemer
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 januari 2023 uitspraak gedaan in een hoger beroep tussen Mepco B.V. en BN International B.V. Mepco, gevestigd in Enschede, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel, waarin Mepco als gedaagde in conventie en eiseres in reconventie was opgetreden. De rechtbank had geoordeeld dat er sprake was van een duurovereenkomst en dat Mepco een openstaand saldo van € 135.000 aan BNI moest betalen. Mepco vorderde in reconventie een schadevergoeding wegens onrechtmatige beëindiging van de duurovereenkomst, terwijl BNI in hoger beroep een hoger bedrag van € 178.938,60 vorderde.
De kern van het geschil draaide om de vraag of BNI onrechtmatig had gehandeld door de betalingstermijnen aan te passen en nieuwe orders van Mepco niet te accepteren. Het hof oordeelde dat BNI gerechtigd was om haar betalingsvoorwaarden aan te passen in het kader van haar eigen financiering en dat er geen exclusiviteit was overeengekomen. Het hof concludeerde dat de aanpassing van de betalingsvoorwaarden niet onrechtmatig was en dat Mepco niet kon aantonen dat BNI verplicht was om nieuwe orders te accepteren ondanks de openstaande schuld.
Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank, met uitzondering van de beslissing over de hoofdsom, die werd verhoogd naar € 178.938,60, te vermeerderen met wettelijke handelsrente. Mepco werd ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten in hoger beroep. De uitspraak werd gedaan door de rechters D.M.I. de Waele, H.L. Wattel en J.G.J. Rinkes.