5.5Verder heeft de rechtbank in de tussenbeschikking weergegeven dat door “ [naam2] Recherchebureau onderzoek is gedaan in vier verschillende periodes van het jaar 2018 tot en met 2020:
1. Observatieperiode 1: van vrijdag 6 juli 2018 tot en met woensdag 18 juli 2018;
2. Observatieperiode 2: van zondag 23 september 2018 tot en met zondag 30 september
2018;
3. Observatieperiode 3: van vrijdag 29 maart 2019 tot en met vrijdag 5 april 2019;
4. Observatieperiode 4: van vrijdag 2l februari 2020 tot en met dinsdag 25 februari 2020.
De rechtbank heeft overwogen dat uit de observatieonderzoeken en het daarbij behorende rapport van " [naam2] Recherchebureau" het volgende blijkt (kort samengevat):
- de heer [naam1] woont aan de [adres1] in [woonplaats2] ;
- op de oprit van de heer [naam1] staat een zilvergrijze BMW met kenteken [kenteken1] en een blauwe Renault Clio met kenteken [kenteken2] ;
- de vrouw rijdt in de blauwe Renault Clio met kenteken [kenteken2] ;
- de heer [naam1] betaalt de verzekering voor de Renault Clio met kenteken [kenteken2] ;
- de vrouw overnacht 12 van de 12 nachten bij de heer [naam1] in observatieperiode l;
- de vrouw overnacht 7 van de 7 nachten bij de heer [naam1] . in observatieperiode 2;
- de vrouw overnacht 7 van de 7 nachten bij de heer [naam1] in observatieperiode 3;
- de vrouw overnacht 4 van de 4 nachten bij de heer [naam1] in observatieperiode 4;
- de vrouw is er niet alleen 's nachts, maar ook dagen lang aaneengesloten overdag;
- de vrouw doet regelmatig boodschappen en betaalt deze ook;
- de vrouw heeft een eigen sleutel van de woning;
- de vrouw is in de woning als de heer [naam1] er niet is.
De rechtbank is van oordeel dat op basis van de observaties van het recherchebureau is gebleken dat de vrouw en [naam1] in ieder geval een gedeelte van hun tijd gezamenlijk doorbrengen. Tegen deze tussenbeschikking is geen hoger beroep ingesteld door de man of de vrouw, dus deze overwegingen van de rechtbank staan vast.