Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2019. De moeder, verzoekster in beroep, heeft de bestreden beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Nederland, die op 25 november 2022 de ondertoezichtstelling had verlengd, aangevochten. De moeder is bijgestaan door haar advocaat, mr. F. Hofstra, terwijl de gecertificeerde instelling Regiecentrum Bescherming en Veiligheid als verweerster in hoger beroep is aangemerkt. De Raad voor de Kinderbescherming heeft in de procedure een adviserende rol vervuld.
Het hof heeft vastgesteld dat de zorgen van de GI over het ontbreken van een structurele en regelmatige omgangsregeling tussen de minderjarige en de vader onvoldoende zijn voor het aannemen van een ernstige ontwikkelingsbedreiging. De moeder heeft verklaard dat zij bereid is om, ook zonder ondertoezichtstelling, mee te werken aan een omgangsregeling. Het hof heeft geconcludeerd dat de ondertoezichtstelling niet langer gerechtvaardigd is, omdat de ontwikkeling van de minderjarige niet in gevaar is en de zorgen van de GI niet voldoende zijn onderbouwd. De beschikking van de kinderrechter is gedeeltelijk bekrachtigd, maar het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling is afgewezen.
De beslissing van het hof benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging van de belangen van de minderjarige en de ouders, en de rol van de GI in het begeleiden van de omgangsregeling. Het hof heeft de beschikking uitgesproken in het openbaar, waarbij de betrokken partijen aanwezig waren.