Uitspraak
de man,
de vrouw,
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.De vorderingen en de beslissing van de rechtbank
4.Het oordeel van het hof
grieven 2 en 3a tot en met 3ihouden in essentie in dat de rechtbank ten onrechte tot het oordeel is gekomen dat het belang van de vrouw om in de woning te kunnen blijven wonen zwaarder weegt dan het belang van de man bij de verkoop van de woning. De vierde grief houdt in dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de man onvoldoende heeft onderbouwd dat partijen hebben afgesproken dat de vrouw verplicht is ervoor te zorgen dat hij binnen afzienbare termijn uit de hoofdelijke aansprakelijkheid zou worden ontslagen.
Ter zitting bij het hof heeft de advocaat van de vrouw nog betoogd dat een oplossing nabij is. Dat de vrouw niet meer onder bewind staat moet nog worden doorgevoerd bij de SNS, waarna een en ander kan worden geregeld. Het inkomen van de vrouw bedraagt nu € 1.750,- per maand inclusief toeslagen.
5.De beslissing
19 mei 2021, behalve de beslissing waarbij de man is veroordeeld in de kosten van de procedure, die hierbij wordt vernietigd en beslist dat de proceskosten van het geding in eerste aanleg worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;