Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[geïntimeerde3],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De kern van de zaak
“intentieverklaring inzake koop / verkoop aandelen Lastraga Equipment B.V. en Cryo-Gas Nederland”opgemaakt en ondertekend. In de intentieverklaring zijn afspraken gemaakt over de verkoop en koop van de aandelen in Lastraga en Cryo-Gas, maar ook over huur. In de bij de intentieverklaring behorende “
Memo overname 29-11-2005” is opgenomen dat koper het pand [adres1] te [plaats1] zal huren tegen een huurprijs van € 2.480,- per maand en de onder-etage van het pand [adres2] te [plaats2] tegen een huurprijs van € 3.850,- per maand en het buitenterrein tegen een huurprijs van € 1.100,- per maand.
“huur oktober 2015. Restant wordt verrekend met waarborgsom (…)”.Merlot heeft zich op het standpunt gesteld dat [geïntimeerden] aan haar nog de achterstallige huurtermijnen over de maanden oktober tot en met december 2015 dient te betalen. Volgens [geïntimeerden] hebben zij terecht een beroep gedaan op verrekening met waarborgsommen.
3.Het oordeel van het hof
heeft ter zitting bij het hof verklaard dat tussen partijen expliciet is gesproken over het feit dat de lening tevens de waarborgsommen zou bevatten. Omdat partijen géén overzicht hebben gemaakt van de samenstelling van het geleende bedrag, zou de opbouw van de lening aan de hand van beschikbare gegevens dienen te worden gereconstrueerd. Het door Merlot vervalste bewijsstuk (productie 7 bij de akte overlegging producties van 20 mei 2021) kan daar in ieder geval niet voor worden gebruikt.
“(…) Artikel 14 – Waarborgsom en/of bankgarantie.
hoewel van verschillende kwaliteit, exact op elkaar passen. (…) De stelling dat schriftsporen van authentiek geplaatste handtekeningen dusdanig congruent zouden verlopen als gevolg van toeval, wordt vanuit de vak praktijk, experimenteel onderzoek en theoretische modelvorming niet voor realistisch gehouden.” Volgens [geïntimeerden] heeft Merlot bewust en actief een vals bewijsstuk geconstrueerd door middel van knip- en plakwerk en heeft zij hierdoor schade geleden. [geïntimeerden] begroten hun schade op een bedrag van totaal € 43.603,83, bestaande uit: