Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
.”) bevat deze afdeling specifieke en uitputtende bepalingen die de bevoegdheid van de rechter in verzekeringszaken regelen. Deze bevoegdheidsregels kunnen slechts door andere bevoegdheidsregels van dezelfde verordening worden gewijzigd of aangevuld voor zover dat in afdeling 3 uitdrukkelijk is bepaald. Dat is niet het geval met betrekking tot de bevoegdheid op grond van artikel 7 punt 2 Herschikte EEX-Vo (verbintenissen uit onrechtmatige daad), zodat de toepassing van deze bepaling voor de bevoegdheid in verzekeringszaken uitdrukkelijk is uitgesloten. Eerst moet worden onderzocht of in dit geval sprake is van een verzekeringszaak in de zin van afdeling 3 van hoofdstuk II Herschikte EEX-Vo.
Odenbreit/FBTOwas de vraag aan de orde of uit deze verwijzing kan worden afgeleid dat de benadeelde bij zijn eigen rechter een directe actie kan instellen. [5] Artikel 11 lid 1 sub b noemt immers alleen de vordering van de verzekeringnemer, de verzekerde of de begunstigde; de benadeelde ontbreekt in deze opsomming. Het HvJ EU heeft die vraag niettemin bevestigend beantwoord: artikel 11 lid 1 sub b (jo. artikel 13 lid 2) Herschikte EEX-Vo beperkt zich er niet toe bevoegdheid toe te kennen aan de gerechten van de woonplaats van de verzekeringnemer, de verzekerde of een begunstigde, maar legt de bevoegdheid van het gerecht van de woonplaats van de eiser vast, "waardoor die personen dus de mogelijkheid wordt geboden om de verzekeraar voor het gerecht van hun eigen woonplaats te dagen". [6] Aldus heeft het HvJ EU de opsomming van eisers in artikel 11 lid 1 sub b aangevuld met de personen die schade hebben geleden. Een belangrijk argument voor toekenning van rechtsmacht aan de rechter van de eigen woonplaats van de benadeelde is gelegen in de ratio van de deze autonome bevoegdheidsbepaling(en): bescherming van de zwakke partij ten opzichte van de verzekeraar.
eiser, de (beweerde) benadeelde
gedaagde. De ratio voor de aanvulling van artikel 11 geldt echter ook (of misschien wel juist) in zulke gevallen. Ook artikel 14 lid 1 moet aldus worden uitgelegd dat het niet uitsluitend ziet op gevallen waarin een verzekeraar een vordering instelt tegen een verzekeringnemer, verzekerde of begunstigde, maar ook op gevallen waarin een verzekeraar een vordering instelt tegen een (beweerde) benadeelde. Naar het oordeel van het hof is het in lijn met de systematiek en beschermingsstrekking van de Herschikte EEX-Vo om behalve aan de met name genoemde categorieën dezelfde bevoegdheid toe te kennen aan personen die schade (beweren te) hebben geleden. Zou artikel 14 lid 1 Herschikte EEX-Vo
nietvan toepassing zijn in het geval de verweerder alleen (beweerde) getroffene is (en geen verzekeringnemer, verzekerde of begunstigde), dan zou dat naar het oordeel van het hof in strijd zijn met de geest van de Verordening. Het HvJ EU heeft zich hierover weliswaar nog niet uitgesproken, maar deze uitleg van artikel 14 ligt naar het oordeel van het hof zo voor de hand dat daarover geen redelijke twijfel kan bestaan (acte clair).