Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.Waar gaat deze zaak over?
3.Wat is het oordeel van het hof?
extra informatie kon opleveren om te beoordelen of het koelen en bewaren bij [geïntimeerde] correct was geschied”. [de deskundige2] merkt op dat hij de bij [naam3] opgeslagen peen slechts heeft beoordeeld omdat zijn “
uitgangspunt was dat redelijke vragen van partijen beantwoord moeten worden”. Hij “
wilde van beide partijen peen de kwaliteit vaststellen. Het vergelijken van die beide partijen was niet de hoofdzaak”.
echt sprake is van één partij in bewaartechnische zin’. De reden daarvoor noemt [de deskundige1] op pagina 43 van zijn rapport: twee bewaartechnisch gelijke partijen zijn nodig om ‘
de invloed van pathogenen, groeiomstandigheden en oogstomstandigheden op het bewaarresultaat uit te sluiten’. Om aan het criterium van “
één partij in bewaartechnische zin” te voldoen moet volgens hem voldaan worden aan een aantal voorwaarden:
min of meer als vanzelfsprekend” heeft “
aanvaard dat iedereen wel zou begrijpen wat ik hiermee heb bedoeld.” Die bedoeling was:
Ik heb mij laten vertellen dat het een vrij homogeen perceel is. Dat betekent dat bij deze rooimethode eventuele kleine verschillen in kwaliteit worden weggenivelleerd. Er ontstond in feite, wat ik noem, een mengmonster.”
mengmonster” is verkregen, geldt dat ook in de nadere toelichting niet is uitgelegd in hoeverre aan die voorwaarden is voldaan, in hoeverre het hooguit “
kleine verschillen in kwaliteit” betrof en/of (in) hoe(verre) dergelijke verschillen zijn “
weggenivelleerd”. Dat geldt ook voor de mondelinge toelichting die [de deskundige2] heeft gegeven. Hij verklaart weliswaar dat hij het perceel in kwestie kent en op basis van zijn eigen deskundigheid kan verklaren dat het een homogeen perceel is, maar in hoeverre aan de (ook door hem onderschreven) voorwaarden is voldaan verklaart hij onvoldoende.
homogeen perceel” is bovendien gemotiveerd weersproken in WBFR 1 (p. 10-12). Van een beredeneerde weerspreking door de deskundigen van die betwisting is geen sprake geweest. Van belang is verder dat in de 14 van [geïntimeerde] afkomstige kisten de schimmel (pathogeen) Chalara thielavioides is aangetroffen, maar dat de bij [naam3] aangetroffen partij, die er op het oog mooier uitzag, niet op de aanwezigheid van die schimmel is onderzocht. Van vergelijkbaarheid kan in zoverre dus niet worden uitgegaan.
één partij in bewaartechnische zin” te voldoen dan wel om te kunnen concluderen dat sprake was van één groot, voor vergelijking geschikt, “
mengmonster”.
Ik leg u dat uit. Als je in acht dagen moet inkoelen betekent dat dat je in drie à vier dagen terug moet van 15°C naar 5°C. Dat is dus ruim 2°C(het hof begrijpt: per dag)
. Dat gaat dus snel. De resterende dagen zijn dan nodig om van 5°C naar 0°C tot 1°C te komen. In die tweede periode wordt het temperatuurverschil kleiner en daardoor gaat de inkoeling minder snel.” Die uiteenzetting is echter niet overtuigend. Het gaat er niet om vast te stellen hoe het temperatuurverloop zal zijn ‘
als binnen acht dagen wordt ingekoeld’, maar of en waarom binnen acht dagen moet worden ingekoeld. Nog steeds doet zich dus de situatie voor dat de beide deskundigen niet eensluidend verklaren over de gewenste inkoeltijd.
De reden daarvan is dat die boer zijn product van A tot Z kent en op basis daarvan kan bepalen welk inkoelingsproces gevolgd moet worden. In het artikel staat ook dat je, als je niet zeker weet of de peen gezond is of wanneer je daaraan twijfelt, dat dan het aanbevolen inkoelingsproces blijft: zo spoedig mogelijk naar 0°C tot 1°C.”
voldoende zekerheid kan hebben over de kwaliteit van de aangeleverde peen’. Als dat klopt wordt van belang de vraag of [geïntimeerde] redelijkerwijs twijfel behoorde te hebben over de kwaliteit van de aangeleverde peen. Daarover zegt het rapport van [de deskundige1] niets en ook zijn mondelinge toelichting bevat geen onderbouwde stellingname over dat aspect van de zaak.
De gestelde inkoelsnelheid van 8 dagen voor de onderhavige partij peen is dus alleen gebaseerd op temperatuur en niet op de mogelijke aanwezigheid van schimmels die zwarte vlekken veroorzaken.” Gemotiveerd weerlegd is wat daar staat niet.
De lijn van Cultivar Priam suggereert een specifieke afkoeleis maar van enige onderbouwing is geen sprake.” Voor andere rassen kan het anders liggen, zo zegt [de deskundige1] in zijn mondelinge toelichting. Het verband tussen de gestelde specifieke bewaartijd van Priampeen en de vereiste inkoeltijd is daarmee en ook overigens echter niet onderbouwd.
als gevolg van onjuiste inkoelingeen toestand had bereikt die de betrokken afnemers ertoe gebracht heeft voor die lagere prijs te kopen. In het rapport van [de deskundige2] valt dat ook niet te lezen. Dat rapport is immers juist gebaseerd op de aanname dat het onderzochte materiaal (24 kisten) representatief was voor de hele partij en dat op basis daarvan de conclusie gerechtvaardigd is dat alle 1.205 kisten peen als klasse 1 verkocht hadden kunnen worden als maar juist was ingekoeld. [de deskundige2] zegt niet dat de lagere prijs alleen al aantoont dat onjuist is ingekoeld.