2.11.Begin 2015 heeft belanghebbende € 7.500 aan de bank betaald uit hoofde van de borgstelling. Op 12 maart 2015 hebben belanghebbende en de bank een vaststellingsovereenkomst gesloten waarin afspraken zijn gemaakt over de betaling van de resterende schuld uit hoofde van borgstelling, zijnde € 332.500. De echtgenote heeft hiervoor toestemming gegeven. In deze vaststellingsovereenkomst staat onder meer (waarbij voor ‘borg’ belanghebbende moet worden gelezen, voor ‘debiteur’ [naam4] BV en voor ‘partijen’ belanghebbende en de bank):
“Als gevolg van de opzegging van de financieringen d.d. 18-5-2010 en het faillissement van [naam6] B.V. d.d. 29-3-2011 is de Financiering opeisbaar geworden.
De (restant)vordering van de Bank op de Debiteur uit hoofde van de Financiering bedraagt per vandaag E 332.500,- (zegge; driehonderd twee en dertig duizend vijf honderd euro) te vermeerderen met rente en kosten. (…)
De Borg is niet in staat deze verplichtingen ineens te voldoen, zodat de Bank en de Borg zijn overeengekomen een betalingsregeling (hierna: de Regeling) te treffen. (…)
Partijen komen het volgende overeen
De Borg erkent dat zijn schuld aan de bank uit hoofde van de borgtocht, per vandaag € 332.500,= (…) bedraagt. Deze schuld wordt hierna ‘de Schuld’ genoemd.
Om louter administratieve redenen zal de Schuld door de bank worden opgenomen in haar leningensysteem, onder een nog nader te bepalen leningnummer ten name van de heer [belanghebbende] . Nadrukkelijk komen Partijen overeen dat deze administratieve vastlegging niet tot gevolg heeft dat oorsprong of aard van de Schuld wijzigt of dat novatie plaatsvindt.
De Bank zal het bedrag van de Schuld in mindering brengen op de Restantvordering, onder de ontbindende voorwaarde dat de Schuld niet volledig aan de Bank wordt voldaan, in welk geval het niet voldane gedeelte van de Schuld alsnog niet in mindering strekt op de Restantvordering.
(..).
De Borg betaalt aan de Bank gedurende 96 maanden elke maand bedrag van € 2.425,39 (…) aan rente en aflossing samen, hierna te noemen het Maandbedrag. (…) De Borg betaald daarnaast jaarlijks aan de Bank gedurende zeven opeenvolgende jaren een bedrag aan aflossing ad €15.000,= Dit voor het eerst per 30-1-2016.
(…)
22 Partijen sluiten beëindiging van deze Overeenkomst, op welke grond dan ook, uit. Partijen doen uitdrukkelijk afstand van hun rechten om (partiële) nietigheid, (partiële) vernietiging, (partiële) ontbinding of ongeldigheid op welke grond dan ook te vorderen. Voor zover desondanks enige bepaling van deze Overeenkomst ongeldig zou zijn, zullen de overige bepalingen van deze Overeenkomst onverminderd van kracht blijven. De ongeldige bepaling wordt dan vervangen door een geldige bepaling die de ongeldige bepaling zoveel mogelijk benadert.
23 De op de borgtocht reeds van toepassing zijnde algemene voorwaarden, waaronder de Algemene bankvoorwaarden blijven van kracht, voor zover daarvan in deze Overeenkomst niet uitdrukkelijk is afgeweken.”