ECLI:NL:GHARL:2022:9800
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Executiegeschil over dwangsommen en oplevering in goede staat van opstallen na erfpachtovereenkomst
In deze zaak gaat het om een executiegeschil tussen [appellante] en de stichting Het Utrechts Landschap. [appellante] heeft sinds 2003 een erfpachtcontract met Utrechts Landschap en heeft de opstallen van een derde partij overgenomen. Het erfpachtcontract eindigde op 31 oktober 2018, maar Utrechts Landschap weigerde het contract te verlengen, wat leidde tot een langdurig conflict. In een eerder arrest van 30 juni 2020 heeft het hof [appellante] veroordeeld om het perceel inclusief opstallen in goede staat op te leveren, uiterlijk op 1 januari 2021, mits Utrechts Landschap een vergoeding van € 390.000,- zou betalen. Na betaling heeft Utrechts Landschap [appellante] op 11 mei 2022 de ontruiming aangezegd per 7 juni 2022. Bij de ontruiming is een proces-verbaal opgemaakt van de staat van de opstallen, waaruit bleek dat er veel gebreken waren. Utrechts Landschap heeft vervolgens dwangsommen aangezegd aan [appellante] voor het niet voldoen aan de oplevering in goede staat. [appellante] heeft in kort geding gevorderd de executiemaatregelen op te heffen, maar het hof oordeelt dat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij aan de opleveringsverplichting heeft voldaan. Het hof bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter en wijst de vorderingen van [appellante] af.