Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een huurder, aangeduid als [appellant], tegen Stichting Mitros, de verhuurder. De huurovereenkomst betreft een woning in [woonplaats1], die door [appellant] is gehuurd sinds 17 november 2017. Mitros heeft de huurovereenkomst ontbonden, omdat [appellant] zich niet als goed huurder zou hebben gedragen. Dit zou blijken uit het feit dat derden, [naam2] en [naam3], in de woning verbleven zonder toestemming van Mitros. De kantonrechter heeft in een eerder vonnis op 15 september 2021 de huurovereenkomst ontbonden en [appellant] veroordeeld tot ontruiming van de woning. [appellant] heeft hoger beroep ingesteld, met als doel de vorderingen van Mitros te laten afwijzen en terugbetaling van reeds betaalde bedragen te verkrijgen. Het hof heeft in deze tussenuitspraak besloten dat Mitros een bewijsopdracht krijgt om aan te tonen dat [appellant] de woning aan derden heeft onderverhuurd of in gebruik heeft gegeven. Het hof heeft vastgesteld dat de tekortkomingen van [appellant] in de nakoming van de huurovereenkomst niet van zodanige aard zijn dat ontbinding gerechtvaardigd is, maar dat er voldoende aanwijzingen zijn dat er sprake is van onderverhuur. De zaak wordt voortgezet met getuigenverhoren en een mondelinge behandeling.