(ii) De bedrijfshal is omstreeks 2000 uitgebreid met een extra gedeelte aan de voorzijde, nu plaatselijk bekend als [adres1] 11a (kadastraal bekend als gemeente Echteld, sectie [A] , nummer [nummer3] , hierna:
perceel [nummer3]).
(iii) Op 21 juni 2001 hebben [appellant] en [geïntimeerde] het perceel [nummer2] met de daarop staande bedrijfshal verkocht en geleverd aan hun besloten vennootschap Bouw- en Aannemingsmij. Meebo B.V. (hierna:
Meebo). Perceel [nummer3] is in eigendom bij [appellant] en [geïntimeerde] gebleven. Om die reden is ten gunste van perceel [nummer2] en ten laste van perceel [nummer3] een erfdienstbaarheid van weg gevestigd.
(iv) Op 14 november 2012 heeft Meebo perceel [nummer2] weer geleverd aan [appellant] en [geïntimeerde] . De erfdienstbaarheid is door vermenging tenietgegaan. Ten behoeve van de aankoop van perceel [nummer2] zijn [appellant] en [geïntimeerde] een hypothecaire lening (geadministreerd onder leningnummer [nummer4] , hierna:
de hypothecaire geldlening) aangegaan bij de Rabobankhypotheekbank N.V. en Coöperatieve Rabobank West Betuwe U.A. (hierna gezamenlijk:
Rabobank). Ten behoeve van Rabobank is een hypotheekrecht gevestigd op het recht van eigendom van perceel [nummer2] en [nummer3] .
(vi) [appellant] en [geïntimeerde] hebben de bedrijfshal verhuurd. De bedrijfsunits [adres1] 11a en 11b zijn verhuurd aan Klop Innovations B.V. (hierna:
Klop), als kantoor- respectievelijk magazijnruimte. De bedrijfsunit [adres1] 11c is verhuurd aan Boogert Competition Automobile (hierna:
Boogert). De huidige totaalhuur bedraagt € 42.615,-. De huurinkomsten worden ontvangen op een gezamenlijke bankrekening bij Regiobank ( [nummer5] ).
(vii) In 2019 heeft [geïntimeerde] aan [appellant] verzocht de bedrijfshal gezamenlijk te verkopen, dan wel het aandeel van [geïntimeerde] over te nemen. [geïntimeerde] heeft een waardebepaling door makelaarskantoor Budding B.V. (hierna:
Budding) laten uitvoeren. De waarde is op 18 februari 2020 gesteld op € 450.000,-.
(viii) Op 16 februari 2022 heeft Van der Horst Bedrijfsmakelaardij (hierna:
Van der Horst) een taxatierapport voor de bedrijfshal opgesteld. Daarin is de waarde bij verkoop van het geheel bepaald op € 530.000,- en de waarde bij gesplitste verkoop van de percelen [nummer3] ( [adres1] 11a) en [nummer2] ( [adres1] 11b en 11c) op € 290.000,-, respectievelijk € 250.000,-. Over de waardering bij gesplitste verkoop schrijft Van der Horst onder ‘J Splitsing kadastrale percelen’, voor zover hier van belang, het volgende:
“Het gebouw is reeds voorzien van 2 aansluitingen op nuts voorzieningen. Derhalve is er bij de gesplitste waardering geen correctie opgenomen voor het extra realiseren hiervan. Ook is het perceel reeds kadastraal gescheiden. Bij splitsing van eigendom dienen wel erfdienstbaarheden te worden vastgesteld voor het recht van overpad en legaliseren bouwwijze (inbalking, regenwaterafvoer etc.).
Dat de waardering voor de beide percelen opgeteld iets hoger uitkomt dan de waardering van het geheel komt doordat bij lossen verkoop de vloeroppervlakten en prijsklasse couranter zijn dan bij de verkoop in zijn geheel.”
Onder ‘B6 Nadere toelichting op de waardering’ schrijft Van der Horst onder meer het volgende over een mogelijk (beperkt) hogere onnauwkeurigheid van de taxatie:
“2) De splitsing van het object in 2 delen zoals berekend en vermeld onder de Bijzondere Uitgangspunten is ng niet daadwerkelijk uitgevoerd. Ook zijn de kosten die hiermee gemoeid gaan, afscheiden van de ruimten op elk perceel, verplaatsen aansluitingen nutsvoorzieningen achterste hal) zijn nog niet bekend. Daarnaast komt het de taxateur aannemelijk voor dat men bij gesplitste verkoop niet zou kiezen voor de kadastrale grens als scheidslijn maar de scheidingswand van de reeds fysiek van elkaar afgescheiden bedrijfsruimten. De opdracht die taxateur heeft gehad is echter duidelijk afgebakend op de kadastrale grens. Indien uiteindelijk toch anders wordt beslist heeft dat direct invloed op de getaxeerde (gesplitste) bedragen.”
Onder ‘F.1 Objectinformatie’ staat, voor zover hier van belang, het volgende over de indeling:
“Achter een brandmuur bevindt zich het middelste gedeelte van het gebouw, een bedrijfsruimte welke in gebruik is als magazijn bij de huurder van het voorste deel. Voor de toegankelijkheid heeft huurder zelf een doorgang gemaakt. Aan het einde van zijn huur dient huurder deze brandmuur weer te herstellen.”
(ix) Per 18 juli 2022 is de hypothecaire geldlening volledig afgelost. Het recht van hypotheek is nog niet doorgehaald. Rabobank is wel bereid daaraan mee te werken. Het saldo op de bij Rabobank aangehouden bankrekening onder rekeningnummer [nummer6] is nul. Er is een verzoek tot opheffing van deze bankrekening gedaan.