In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 oktober 2022 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende bestuurdersaansprakelijkheid op grond van artikel 2:9 BW. De zaak betreft de Stichting Voetbal Promotie Achterberg en de Voetbal Vereniging Achterberg 1971, waarbij de curator van beide entiteiten vorderingen heeft ingesteld tegen een voormalig bestuurder, aangeduid als [appellant]. De curator stelt dat de appellant aansprakelijk is voor schade die is ontstaan door het niet naleven van fiscale regels en het schenden van de administratieplicht. Het hof heeft in een eerder tussenarrest geoordeeld dat de appellant aan de curator moet vergoeden voor de schade die is ontstaan door naheffingsaanslagen die aan de Stichting en de VVA zijn opgelegd. De curator heeft de schade berekend op € 49.073 voor de Stichting en € 100.077 voor de VVA, waarbij deze bedragen zijn gebaseerd op naheffingsaanslagen over de jaren 2009 tot en met 2013. Het hof heeft vastgesteld dat de curator voldoende onderbouwing heeft gegeven voor de schadeberekeningen en dat de appellant onvoldoende heeft aangetoond dat deze informatie onjuist of onvolledig is. Het hof heeft de vordering van de curator tot schadevergoeding toegewezen, met inachtneming van de wettelijke rente. De appellant is in het ongelijk gesteld, met uitzondering van een onderdeel van de vordering van de curator die gedeeltelijk is toegewezen. De proceskosten zijn toegewezen aan de curator, en de curator is ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de appellant in het incidenteel hoger beroep. Het hof heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard.