Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant3]
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De feiten
3.De verdere beoordeling van het geschil in hoger beroep
Voorts zal bij de berekening van de schade met de opbrengst van € 300.000 in de verhouding 3:1 rekening moeten worden gehouden, zodat € 225.000 (in zijn geheel) al ten goede zou zijn gekomen aan IBB en € 75.000 aan HVC. Dit laatste bedrag kan wel als extra aflossing op de schade worden beschouwd, omdat als de aflossing vanaf het begin was nagekomen dit bedrag aan HVC zou zijn toegekomen, in het geval zij nog een rekening-courantvordering op DLL zou hebben. Daarnaast dient het debat verder te worden gevoerd over de mogelijke aflossingen van DLL aan IBB in verband met het niet aanwenden van het door IBB aan DLL overgemaakte bedrag ten einde tot een schikking te komen met de twee kopers die DLL aansprakelijk hadden gesteld. Zowel de grieven 8 en 9 in principaal hoger beroep als grief 2 in incidenteel hoger beroep falen.