In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 juni 2022 een tussenbeschikking gewezen in het hoger beroep van een verzoeker, hierna [appellant], tegen de besloten vennootschap Landgoed Rhijnestein B.V., hierna het Landgoed. De procedure betreft een verzoek om een voorlopig deskundigenbericht over de waarde van opstallen, in het kader van een bodemprocedure die draait om de vernietiging van een bindend advies over de waarde van deze opstallen. De appellant is vertegenwoordigd door mr. L.E. de Geer, terwijl het Landgoed wordt bijgestaan door mr. P.C.W. Viëtor.
Het hof heeft in een eerdere tussenbeschikking op 30 november 2021 besloten om één deskundige te benoemen, maar na overleg met partijen is besloten om twee deskundigen aan te stellen. De deskundigen zijn prof. dr. P. van Gool, emeritus hoogleraar vastgoedeconomie aan de Universiteit van Amsterdam, en ing. C.J.M. Vernooij, een taxateur met kennis van de lokale vastgoedmarkt. Het hof heeft de deskundigen gevraagd om hun rapporten op te stellen met betrekking tot specifieke vragen over de waarde van het object per 3 maart 2020, en de wijze van taxatie.
De beslissing van het hof houdt ook in dat de kosten van de deskundigen worden vastgesteld op € 10.000,- voor prof. Van Gool en € 9.150,- voor ing. Vernooij, en dat de appellant verantwoordelijk is voor het betalen van deze voorschotten. Het hof heeft verder bepaald dat de deskundigen hun rapporten moeten indienen bij de griffie van het hof en dat partijen de gelegenheid krijgen om op het concept van het deskundigenbericht te reageren. Deze beschikking is openbaar uitgesproken op 24 juni 2022.