Uitspraak
[verdachte] ,
Procesgang
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 september 2014 tot en met
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 29 juni 2022 uitspraak gedaan na terugwijzing door de Hoge Raad. De verdachte was eerder in eerste aanleg vrijgesproken van het medeplegen van gijzeling, maar in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden. De Hoge Raad vernietigde dit arrest en verwees de zaak terug naar het hof. De verdachte was beschuldigd van het medeplegen van de voorbereiding van gijzeling, vrijheidsberoving en afpersing. Het hof heeft vastgesteld dat uit het dossier niet kon worden afgeleid dat de door de verdachte en medeverdachte verstrekte informatie was bestemd voor het begaan van de tenlastegelegde misdrijven. De advocaat-generaal had gevorderd tot veroordeling, maar het hof oordeelde dat de informatie niet was bedoeld voor het daadwerkelijk plegen van de misdrijven. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van het onder 1 tenlastegelegde feit. Het hof verklaarde de verdachte ook niet-ontvankelijk in het hoger beroep voor de andere tenlasteleggingen.