Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 september 2014 tot en met
Overweging met betrekking tot het bewijs
- de uitwerkingen van de gesprekken die ná 31 oktober 2014 zijn gevoerd tussen verdachte, haar dochter en [medeverdachte 1] dienen te worden uitgesloten van het bewijs omdat verdachte de haar verweten handelingen al op 31 oktober 2014 had verricht en de nadien gevoerde gesprekken niet redengevend kunnen zijn voor het verwijt dat verdachte wordt gemaakt;
- de verklaringen van [medeverdachte 1] afgelegd bij de politie op 30 april 2015 en bij de rechter-commissaris op 15 september 2015 dienen te worden uitgesloten van het bewijs omdat deze verklaringen ongeloofwaardig en zelfs leugenachtig zijn, nu deze verklaringen haaks staan op de uitwerking van het opgenomen "cafégesprek";
- geen sprake is van strafbare voorbereidingshandelingen nu verdachte enkel inlichtingen heeft verschaft aan [medeverdachte 1] tot het plegen van een door hem en anderen te begaan misdrijf en [medeverdachte 1] niets met die inlichtingen heeft gedaan;
- geen sprake is van een "daadwerkelijke voorbereiding", zodat het bestanddeel "ter voorbereiding van het misdrijf" niet kan worden bewezen.
Bewezenverklaring
zij op tijdstippen in de periode van 1 september 2014 tot en met 1 april 2015 te [plaats 1] en/of te [plaats 2] en/of te [plaats 3] en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, ter voorbereiding van het misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, te weten het (medeplegen van) gijzeling als bedoeld in artikel 282a Wetboek van Strafrecht en/of wederrechtelijke vrijheidsberoving als bedoel in artikel 282 Wetboek van Strafrecht en/of afpersing als bedoeld in artikel 317 Wetboek van Strafrecht, opzettelijk informatie heeft verzameld over meerdere personen, te weten
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Toepasselijke wettelijke voorschriften
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.
9 (negen) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.