Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant] ,
[appellante] ,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere motivering van de beslissing in hoger beroep
ruime spreiding qua wel/niet overstappen naar de HBO-V, alsook het moment van overstappen’, met verwijzing naar dezelfde betwisting van het causaal verband. De HAN verwijst in haar antwoordakte verder nog naar onderdeel 9 van haar spreekaantekeningen, waarin zij erop heeft gewezen dat [appellant] het risico al kende, toch is gestart met de opleiding BMH en daarmee tot 2015 is doorgegaan ondanks al eerdere berichten waaruit van het risico bleek.
meteen al(cursivering hof) een andere keuze te maken en dat aan de stelplicht rondom het bestaan van causaal verband tussen tekortkoming en schade in dit verband niet al te hoge eisen kunnen worden gesteld. Verder geldt dat, zoals [appellant] (ook) tijdens de mondelinge behandeling onweersproken heeft gesteld, hem zowel bij aanvang van de studie als gaande de studie steeds is voorgehouden dat tegen de tijd dat hij stage zou moeten gaan lopen de problemen met de stages er niet meer zouden zijn en dat hem door de jaren heen steeds de indruk is gegeven en het vertrouwen is gewekt dat het goed zou komen met de BIG-registratie. [appellant] heeft (niet althans in elk geval onvoldoende gemotiveerd door de HAN weersproken) gesteld dat de overstap voor hem pas aan het einde van het derde leerjaar een punt werd, de HAN toen – in 2015 – met de prognose kwam dat het (toch) nog anderhalf jaar zou gaan duren bij de SEH ( [appellant] ’ studierichting) en zij hem met die kennis heeft geadviseerd om HBO-V te gaan doen om zo de BIG-registratie te halen (welk advies hij heeft opgevolgd). Gelet op de herhaalde geruststelling vanuit de HAN in de richting van [appellant] kan hem in redelijkheid niet worden tegengeworpen – al helemaal niet over de boeg van het ontbreken van het hier relevante causaal verband – dat hij tot in 2015 is doorgegaan met de opleiding BMH.
3.De slotsom
€ 515,00
€ 332,00