ECLI:NL:GHARL:2022:3245
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over betaling van onbetaalde facturen en geschil over aanneemwerkzaamheden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, staat de vraag centraal of de appellant, een particulier, verplicht is om een onbetaalde factuur van de geïntimeerde aannemer te betalen. De appellant heeft eerder betalingen gedaan voor aanneemwerkzaamheden, maar betwist nu de laatste factuur, die een bedrag van € 5.633,18 betreft. De appellant stelt dat er een richtprijs van € 10.000 was afgesproken voor het gehele project, maar het hof oordeelt dat hij onvoldoende bewijs heeft geleverd voor deze claim. De appellant heeft ook bezwaar gemaakt tegen de specificaties van de factuur, maar het hof oordeelt dat de aannemer voldoende onderbouwing heeft gegeven voor de kosten en werkzaamheden die zijn verricht.
Het hof wijst het beroep van de appellant op artikel 6:89 BW af, omdat het opstellen en toezenden van facturen niet als een prestatie wordt beschouwd. De appellant heeft ook geen bewijs geleverd voor zijn stelling dat hij onverschuldigd heeft betaald voor eerdere facturen. De vordering van de aannemer wordt door het hof toegewezen, en de appellant wordt veroordeeld tot betaling van de openstaande factuur, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt de appellant in de kosten van het hoger beroep.