Uitspraak
Overwegingen:
Beslissing
[terbeschikkinggestelde].
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 11 augustus 2022, die de terbeschikkingstelling (TBS) van de terbeschikkinggestelde met twee jaar verlengde. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1994, was in behandeling in een instelling en had beroep aangetekend tegen de beslissing van de rechtbank, die de TBS met voorwaarden had gemaximeerd tot vier jaar. Het hof heeft de ontvankelijkheid van de officier van justitie in het hoger beroep bevestigd en geoordeeld dat de wet een maximale termijn van negen jaar voor terbeschikkingstelling met voorwaarden voorschrijft. De advocaat-generaal stelde dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden niet beperkt kan worden tot vier jaar, terwijl de raadsman van de terbeschikkinggestelde betoogde dat de verlenging met twee jaar onterecht was, omdat de TBS gemaximeerd was tot vier jaar. Het hof oordeelde dat de rechtbank op goede gronden had beslist, maar dat de beperking van de duur van de terbeschikkingstelling tot vier jaar in het opleggingsvonnis niet correct was. Het hof bevestigde de beslissing van de rechtbank, maar met verbetering van gronden, en oordeelde dat de terbeschikkingstelling met verpleging na omzetting beperkt is tot vier jaar. De uitspraak benadrukt de noodzaak van rechtszekerheid en de juiste interpretatie van de wetgeving omtrent terbeschikkingstelling.