Uitspraak
Overwegingen:
1. De totale duur van de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege gaat een periode van vier jaar niet te boven, tenzij de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.2. Behoudens de gevallen waarin een bevel als bedoeld in artikel 37b, of artikel 6:6:10, eerste lid, onder e, van het Wetboek van Strafvordering is gegeven, gaat de totale duur van de maatregel van terbeschikkingstelling een periode van negen jaar niet te boven.3. Indien de totale duur van de terbeschikkingstelling niet in tijd is beperkt, kan de termijn van de terbeschikkingstelling telkens worden verlengd, wanneer de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen die verlenging eist.
Stb.2010, 270) is de termijn weloverwogen gewijzigd in negen jaren (inwerkingtreding 1 september 2010). Daarbij zijn in de tekst van artikel 38e, eerste lid, Sr de woorden ‘met bevel tot verpleging van overheidswege’ ingevoegd. Hieruit volgt temeer dat de wetgever heeft beoogd de maximering tot vier jaren niet ook te laten gelden voor de terbeschikkingstelling met voorwaarden. De parlementaire geschiedenis van de totstandkoming van deze wet bevat geen aanwijzingen voor een andere uitleg.
Beslissing
[terbeschikkinggestelde]voor wat betreft de duur van de verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden;
een jaar;