Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellante] ,
[appellant],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere motivering van de beslissing in hoger beroep
3.De slotsom
€ 309,00
€ 338,00
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd behandeld, gaat het om een hoger beroep van twee appellanten tegen ABN AMRO BANK N.V. De zaak betreft een hypothecaire lening waarbij de vraag naar eigen schuld van de appellanten en de toepassing van de billijkheidscorrectie aan de orde is. Het hof heeft eerder op 23 augustus 2022 een tussenarrest gewezen waarin partijen werden uitgenodigd om zich uit te laten over de eigen schuldvraag. De appellanten hebben gesteld dat de bank hen niet voldoende heeft beschermd tegen overkreditering en dat de bank zelf ook schuld heeft aan de ontstane situatie.
In het arrest van 6 december 2022 heeft het hof vastgesteld dat de bank geen feiten heeft aangedragen die tot een andere beslissing zouden moeten leiden. Het hof heeft geoordeeld dat het hoger beroep slaagt en het bestreden eindvonnis van de rechtbank Gelderland zal worden vernietigd. De bank wordt veroordeeld tot vergoeding van de schade die de appellanten hebben geleden door de tekortkoming van de bank in de hypothecaire lening. De schade zal in een schadestaatprocedure verder worden vastgesteld.
Het hof heeft ook de proceskosten aan de zijde van de appellanten toegewezen, inclusief wettelijke rente over deze kosten. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.