Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.De procedure bij de rechtbank
2.De procedure in hoger beroep
- het beroepsschrift met bijlagen,
- de brief van mr. De Groot van 29 november 2022 met bijlagen,
- en het verweerschrift van de curator met bijlagen.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 6 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de inbewaringstelling van [appellant], die in 2019 failliet was verklaard. De rechtbank Midden-Nederland had eerder besloten dat [appellant] in verzekerde bewaring moest worden gesteld op grond van artikel 87 van de Faillissementswet (Fw) vanwege het niet voldoen aan de informatieverplichting jegens de curator. Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld na meerdere afwijzingen van verzoeken van [appellant] om ontslag uit de inbewaringstelling.
Tijdens de mondelinge behandeling op 5 december 2022 heeft [appellant] zijn verzoek om schorsing van de inbewaringstelling onder voorwaarden ingediend. Het hof heeft vastgesteld dat [appellant] zijn inlichtingenplicht nog niet volledig nakomt, maar dat er voldoende waarborgen zijn om de schorsing van de inbewaringstelling toe te staan, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Het hof heeft de schorsing van de inbewaringstelling bevolen, waarbij [appellant] niet naar het buitenland mag reizen zonder toestemming van de rechter-commissaris en hij moet meewerken aan de uitvoering van de volmachten die ter zitting zijn ondertekend.
De beslissing van het hof houdt in dat [appellant] binnen 20 dagen na zijn voorwaardelijke vrijlating een lijst moet overhandigen aan de curator met daarin opgave van alle werkzaamheden en activiteiten die hij sinds zijn faillietverklaring heeft verricht. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank van 10 november 2022 vernietigd en de schorsing van de inbewaringstelling onder voorwaarden bevolen. De zaak is van belang voor de toepassing van de inbewaringstelling in faillissement en de rechten van de gefailleerde.