In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 februari 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende, [X] [Z], tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De rechtbank had eerder een aanslag in de reclamebelasting voor het jaar 2017 van € 250 opgelegd door de heffingsambtenaar van de gemeente [A] bevestigd. Belanghebbende, eigenaar van een uurwerkwerkplaats, had een klok aan de gevel van zijn pand bevestigd en betwistte de aanslag. Hij stelde dat de klok geen openbare aankondiging was in de zin van de Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting en dat de Verordening onverbindend was. Het Hof oordeelde dat de klok wel degelijk als een openbare aankondiging kan worden aangemerkt, omdat deze zichtbaar is vanaf de openbare weg en de aandacht van het publiek trekt voor de diensten van de uurwerkhersteller. Het Hof verwierp de argumenten van belanghebbende en bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarbij het belanghebbende niet-ontvankelijk verklaarde in zijn beroep tegen de uitspraak op bezwaar. De uitspraak benadrukt de criteria voor wat als een openbare aankondiging wordt beschouwd en de toepassing van het gelijkheidsbeginsel in belastingzaken.