Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige belastingkamer van 23 juli 2019 in de zaak tussen
[eiseres] , te Winschoten , eiseres
de heffingsambtenaar van de gemeente Oldambt, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Uitbreiding van het reclamebelastinggebied
- Herinrichting van het Oldambtplein, het stationsgebied, De Venne, de Engelstilstraat, de Torenstraat, het gebied rondom de voormalige LTS en het gebied rond de C1000.
- Naast de hiervoor genoemde investeringen zijn hier bijvoorbeeld ook panden verbeterd en aangekocht en wordt groen verbeterd.
- Parkeermogelijkheden worden verbeterd.
- Ook zijn investeringen gepland in het Renselgebied / de Renselkade (verbetering van de woonschepenlocatie en opwaardering van het gebied, o.a. de brug).
- Het terrein van beide voormalige gasfabrieken wordt aangepakt (het gaat om de terreinen gelegen aan de Gaslaan en aan de Marktstraat).
- Aanleg van de Blauwe Loper (een snelle verbinding voor langzaam verkeer tussen de Blauwestad en het centrum van Winschoten).
- De gemeente investeert in bestrijding van leegstand.
- De inrichting van de spoorwegovergang in de Blijhamsterweg wordt vernieuwd.
- De bewegwijzering wordt verbeterd.
- Inrichting van Stadstuinen om het verblijfsklimaat in het centrum te verbeteren.
- Een subsidieregeling die nog tot het einde van dit jaar open staat en waarvan ondernemers gebruik kunnen maken voor het verplaatsen van een winkel naar de binnenstad en voor het opknappen van het pand, de gevel of het wonen boven de winkel.
- Er wordt ook veel gedaan aan de aankleding van het centrum: aanleg van bloembakken en bankjes, nieuwe bestrating, aanleg van groen en bomen.
- Ook dragen de gemeente en de provincie bij aan initiatieven zoals Internet (Winschoten 24) en de aanleg van wifi in de binnenstad.
- Circa 80% van de uitgaven van het binnenstadsfonds heeft betrekking op gebied 1 (binnenstad): € 100.000 als bijdrage aan promotie en activiteiten en € 125.000 t.b.v. verbeteringsmaatregelen van de gemeente in het overige centrumgebied (dit zijn de bestedingen die tijdens de informatieavond van 9 april 2015 werden genoemd).
- Circa 20% van de uitgaven van het binnenstadsfonds heeft betrekking op gebied 2 (overige deel van het centrum): € 20.000 als bijdrage aan promotie en activiteiten en € 25.000 t.b.v. verbeteringsmaatregelen van de gemeente in het overige centrumgebied (dit zijn de bestedingen die tijdens de informatieavond van 9 april 2015 werden genoemd).
“Artikel 2Gebiedsomschrijving
Artikel 3Belastbaar feit
Artikel 2 Gebiedsomschrijving
- Zo min mogelijk hinder voor ondernemers tijdens herinrichtingsprojecten.
- Aandacht voor ‘koopstad Winschoten’ langs de A7 in het Nederlands en Duits.
- Maatregelen om het gebruik van de parkeergarage ‘t Rond te bevorderen.
- Een betere presentatie van de thans afgeplakte parkeerapparatuur.
- Herinrichting en verbetering van het verlichtingsniveau van de Engelstilstraat.
- Investeringen die bijdragen aan bevordering van rondlooproutes tijdens het bezoek aan het centrum.
3.4.2. Bij de beoordeling van dit middelonderdeel dient te worden vooropgesteld dat de reclamebelasting in artikel 227 van de Gemeentewet is voorzien als een algemene belasting, hetgeen meebrengt dat een gemeente vrij is in de besteding van de opbrengst van die belasting en derhalve ook de vrijheid heeft om die opbrengst te besteden aan activiteiten en voorzieningen binnen een bepaald gedeelte van haar grondgebied.
hooguit een indirect voordeel’, hebben.
mogelijk enigprofijt hebben, door de gebiedsafbakening buiten de heffing kunnen blijven, zonder dat daardoor die afbakening ongerechtvaardigd wordt (zie Hof Arnhem-Leeuwarden 22 december 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:9784). Het criterium zoals Hof Arnhem-Leeuwarden dat heeft geformuleerd ('
mogelijk enigprofijt') is naar het oordeel van de rechtbank in lijn met het arrest van de Hoge Raad (zie 5.). Uit dat criterium leidt de rechtbank af dat er twee eisen worden gesteld. In de eerste plaats mag het niet op voorhand al
zekerzijn dat er ondernemers zijn die buiten het heffingsgebied zijn gelegen en toch profijt hebben van de opbrengsten van de reclamebelasting ('mogelijk'). In de tweede plaats moet de groep die dan
misschienbuiten de heffing blijft, minder profijt hebben dan de aangewezen belastingplichtigen van de reclamebelasting ('enig profijt'). Verweerder heeft naar het oordeel van de rechtbank in wezen zelf erkend dat het op voorhand duidelijk was dat sommige ondernemers buiten het heffingsgebied zouden profiteren (zie 7.). Daar komt bij dat verweerder niet heeft bewezen dat die groep hooguit in (zeer) geringe mate profiteren van de opbrengsten van de reclamebelasting. Daarbij betrekt de rechtbank dat het zeer wel mogelijk is dat ondernemers buiten het heffingsgebied meer dan in (zeer) geringe mate profiteren van bijvoorbeeld de aanleg van de Blauwe Loper en de vernieuwing van de inrichting van de spoorwegovergang (zie hiervoor onder 1.2). Daarom heeft verweerder naar het oordeel van de rechtbank niet aannemelijk gemaakt dat de ondernemers die zijn gelegen buiten het heffingsgebied slechts
mogelijk enigprofijt hebben.